21847 |
aanhoudend vragen |
aanhouden:
áánhàldə (L271p Venlo),
bedelen:
baedele (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
vragen:
blīēvə vrāōgə (L271p Venlo),
zaniken:
zanikke (L271p Venlo)
|
aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21707 |
aankondigingskastje |
kastje:
kèsjə (L271p Venlo),
késje (L271p Venlo)
|
de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23162 |
aanloop |
aanloop:
Veur t springe eine - neme, voor t springen een aanloop nemen!
aanluip (L271p Venlo)
|
Aanloop.
III-3-2
|
34182 |
aanmelken |
stropen:
strøi̯pǝ (L271p Venlo)
|
Het maken van de eerste melkbewegingen bij een vaars die pas gekalfd heeft, gezegd van de boer. [N 3A, 61]
I-11
|
28929 |
aanmeten |
meten:
mē̜tǝ (L271p Venlo)
|
Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a]
II-7
|
19672 |
aanrecht |
aanrecht:
Verklw. aanrekske
aanrek (L271p Venlo)
|
aanrecht
III-2-1
|
21872 |
aanrekenen |
aankalken:
áánkálkə (L271p Venlo),
in rekening brengen:
in raekening bringe (L271p Venlo),
opschrijven:
ópschrīēvə (L271p Venlo),
vragen:
vraoge (L271p Venlo)
|
betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
25096 |
aanrijgen |
rijgen:
riêge (L271p Venlo),
rīēgə (L271p Venlo),
ritsen:
ritsə (L271p Venlo)
|
tot een snoer verenigen [ritsen, resemen, rijgen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18887 |
aanstaan |
aanstaan:
det steit um waal aan (L271p Venlo),
áánstaon (L271p Venlo),
gaden:
det gaait um waal (L271p Venlo),
gaaje (L271p Venlo),
gaje (L271p Venlo),
gáájə (L271p Venlo)
|
behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)] || bevallen
III-1-4
|
34148 |
aanstieren |
aanstieren:
ānstīrǝ (L271p Venlo)
|
Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.]
I-11
|