e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q278p plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beenderen op het kerkhof knoken: znd 21, 009c  knôekə (Welkenraedt) beenderen (op het kerkhof) [ZND 19 (1936)] III-2-2
begane grond, benedenverdieping rez-de-chaussee (fr.): retšose (Welkenraedt), ter aarde: tər ēədə (Welkenraedt) begane grond, gelijkvloers [ZND 12 (1926)] III-2-1
beitel beitel: bētǝl (Welkenraedt) De algemene benaming voor het stalen werktuig met een wigvormige snede dat dient om bijvoorbeeld gaten of uitsparingen in hout te steken of te hakken. Beitels die door houtbewerkers worden gebruikt, bestaan uit een beitelblad dat aan de onderzijde in een snede uitloopt en aan de bovenzijde via een versmalling, de hals, en vervolgens een verbreding, de borst, in een pin eindigt. Deze pin, de arend, wordt in het houten handvat van de beitel gestoken. Zie ook afb. 63 en vgl. het lemma ɛbeitelɛ in Wld II.11, pag. 33. Het betreft daar de beitel met een andere vorm die door de smid wordt gebruikt bij het doorhakken en splijten van koud of verhit metaal.' [N 53, 34a; N G, 24; L 1a-m; L 21, 12; L 45, 12a; L A2, 434; A 14, 12a; monogr.] II-12
beloken pasen witte zondag: wetə zūndəch (Welkenraedt) Beloken Pasen (zondag na Pasen). [ZND 17 (1935)] III-3-3
benauwd en vochtig weer zwoel (weer): zwoel (Welkenraedt) zwoel [ZND 08 (1925)] III-4-4
bergx bergen (mv.): mv.!  bérrəch (Welkenraedt) berg (bergen) [RND] III-4-4
beroerte beslag: een beslag krijgen (Welkenraedt) een beroerte, een geraaktheid krijgen [ZND 32 (1939)] III-1-2
beschimmeld beschimmeld: bescheumelt (Welkenraedt) beschimmeld/beschimmelen [ZND 06 (1924)] III-2-3
beschuit beschuit: 1a-m  beschUt (Welkenraedt), bəšy(3)̄t (Welkenraedt), rest 1a-m ook ingevoerd  beschUt (Welkenraedt) beschuit [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
beukennootje beukennoot: beukenoet (Welkenraedt), beukenoĕt (Welkenraedt), būkənōt (Welkenraedt) beukenootje [ZND 01u (1924)] III-4-3