e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte specht specht: de antwoorden op vr. 61, 62 en 63 zijn gelijk Frings, omgesp.  spɛxt (Lommel), zwarte specht: zwɛrtə spɛxt (Lommel) specht, zwart ~ (46 grote, zwarte knaap; alleen in grote bossen [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte stern stern: stɛrn (Lommel) zwarte stern (24 zomervogel bij vennen en brede poldersloten; min of meer zwart; traag vliegend vlak over het water; nest drijft op waterplanten [N 09 (1961)] III-4-1
zwartkop zwartkop: zwɛrtkoͅp (Lommel) zwartkop (14 als tuinfluiter [046] maar man heeft zwart, pop een chocoladekleurig petje; nestje heeft binnenkant van haren; zang begint krassend maar eindigt luid jodelend [N 09 (1961)] III-4-1
zwartmaken verven: verven (Lommel) Het insmeren van bepaalde delen van het schoeisel met zwartsel. [N 60, 132c] II-10
zwartsel zwartsel: zwartsǝl (Lommel) Vocht waarmee men bepaalde delen van de schoen zwart maakt. Volgens de informant van L 267 wordt deze verfstof samengesteld uit roet, water en was, vooral bijenwas. De informant van K 278 vermeldt nog "olie" als ingredi√´nt. [N 60, 132a] II-10
zwavelkaart solfterkaart: sǫlǝftǝrkǫǝrt (Lommel) Een brandende zwavellap of kaart gesopt in zwavel die in een kuil onder de korf wordt geplaatst. Door de opstijgende zwaveldampen wordt het bijenvolk gedood. [N 63, 78b; JG 1a+1b; monogr.] II-6
zwavelstok stekje: stɛkskə (Lommel) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1
zweefmolen zwiermolen: Van zwieren: zich om iets draaiend voortbewegen.  zwīərmølən (Lommel) Zwiermolen: Draaimolen met aan kettingen hangende schuitjes. III-3-2
zweep klap: klap (Lommel), zweep: zweep (Lommel) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zweep van de koeherder klap: klap (Lommel) Zweep om bijvoorbeeld de koeien naar de stal te brengen. [N 18, 146] I-11