e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q071p plaats=Diepenbeek

Overzicht

Gevonden: 5709
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwangerschap dracht: droch (Diepenbeek) zwangerschap III-2-2
zware verkoudheid felle kou: nə fələ kā (Diepenbeek) Wat zei men vroeger tegen een griep ? Wilt u de uitspraak in uw dialect zo nauwkeurig mogelijk weergeven ? [ZND 49 (1958)] III-1-2
zwartbonte koe zwarte: zwatǝ (Diepenbeek) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 126] I-11
zwarte bes paardsberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  paardsbeer (Diepenbeek) zwarte aalbes [ZND 01 (1922)] I-7
zwarte bladluis milver: møləvərə (Diepenbeek), məlvərə (Diepenbeek), smilver: smøləvərə (Diepenbeek) bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] || insectjes onder een blad, zwart [DC 68 (1993)] III-4-2
zwarte gebreide dameskous zwarte gestrikte kous: koos zwatte gestrikde (Diepenbeek) dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)] III-1-3
zwarte gevederde muts met kinbanden kornet (<fr.): kərneͅt (Diepenbeek) muts, zwarte gevederde ~ met kinbanden, meestal door oudere vrouwen gedragen {afb} [kernet] [N 25 (1964)] III-1-3
zwarte koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Diepenbeek) [N 3A, 130a] I-11
zwarte koe met witte kop en zwarte vlekken om de ogen zwarte: zwatǝ (Diepenbeek) [N 3A, 130b] I-11
zwarte kraai, kraai grote kraai: Frings  grutə krēͅ (Diepenbeek), kraai: krā (Diepenbeek), krē (Diepenbeek), krēͅ (Diepenbeek), geen fon.doc.  kraai (Diepenbeek), zwarte kraai: zwate krè (Diepenbeek) kraai [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] || kraai, zwarte en bonte ~ (47 als roek [076] zonder kale plek; veren niet zo slordig en met groenige glans; broedt eenzaam in bos; roep [korrr] [N 09 (1961)] || kraai, zwarte — III-4-1