e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P196p plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 565

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuurkool zuurmoes: zúrmus (Veulen) zuurkool [ZND 08 (1925)] III-2-3
zweep smet: smɛt (Veulen) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zwenghout, spoorstok hameel: hamē̜i̯l (Veulen), koppel: kǫpǝl (Veulen  [(incl de stengen)]  ) Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.] I-2
zwoegen wroeten: vrŭtə (Veulen) wroeten (hard werken) [ZND B1 (1940sq)] III-1-4
zwoord zwaard: zwoͅu̯x (Veulen) zwoord (harde rand van een snede spek) [ZND B2 (1940sq)] III-2-3