e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte abeel witte canada: Veldeke  witte kanneda (Waubach) De witte abeel, 15-18 m hoog, bladeren 8-12 cm, zijn grijsgroen aan de bovenzijde en kalkwit aan de onderkant (abeel, witbeel, kjeseboom, peppel, vlaming, witte canada, witte boom). [N 82 (1981)] III-4-3
witte donderdag groene dondersdag: greune dónnesjtig (Waubach), vetdondersdag: vet Dónnesjteg (Waubach), witte dondersdag: witte donnestig (Waubach) De donderdag in de week vóór Pasen, Witte Donderdag [jreune dónnesjtiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
witte kaas, wrongel fluitekaas: fleutekīē.s (Waubach) Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
witte kanten muts waarop een sierkrans werd gedragen froezelmuts: froezelmutsj (Waubach), krulmuts: krolmutsj (Waubach) muts, witte kanten ~ waarop een sierkrans wordt gedragen {afb} [kroezel-, frul-, froezel-, krul-, poffermuts] [N 25 (1964)] III-1-3
witte kanten muts zonder sierkrans kap: kap (Waubach) muts, witte kanten ~ zonder kroon als doordeweekse hoofdtooi, door oudere en minder gegoede vrouwen ook s zondags gedragen {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
witte kool kappes: kappes (Waubach, ... ), spitskool: sjpits kuul (Waubach), spits kuu.l (Waubach), witte kappes: wit kappes (Waubach) witte kool als gerecht [N Q (1966)] || witte kool, als plant of gewas [N Q (1966)] || witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7, III-2-3
witte kwikstaart kwikstaartje: kwiksjtetske (Waubach), roerkwikstaartje: trōē.rkwiksjtetske (Waubach) kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)] III-4-1
witte muts met sierkrans en afhangende linten krulmuts: kròlmutsj (Waubach) muts, grote witte ~ waarop een dikke hoefijzervormige krans met afhangende linten wordt gedragen {afb} [poffer-, kröl-, frul-, knip-, greute muts] [N 25 (1964)] III-1-3
witte vlekken wild haar: welt hō.r (Waubach) Kale plekken op de huid. Zij zijn een gevolg van zweren of verwondingen door de druk van zadel en tuig, ook van het toebrengen van slagen. Zie ook het lemma ''gedrukt'' (7.36). [N 8, 90s] I-9
witte waterlelie waterlelie: -  waaterleelie (Waubach) witte waterlelie [N 37 (1971)] III-4-3