e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zachtharige bezem bezem: bessem (Waubach) bezem, zachtharig, waarmee men binnenshuis stof bijeenveegt (veger) [N 20 (zj)] III-2-1
zak in de onderrok rokkentas: rokketesj (Waubach) zak in de onderrok [rokketes, moederkenszak] [N 24 (1964)] III-1-3
zakdoek snuifplag: sjnōēfplak (Waubach), tassendoek: tesjedook (Waubach), tassenplag: tesjeplak (Waubach), zakdoek: zaddook (Waubach) zakdoek [zakneusdoek, tesneuzik, plak, sjnoefsplak, sjnuutelsplak, seplak, sjnekker] [N 23 (1964)] III-1-3
zakgeld tassengeld: tesjegelt (Waubach), tessengeld: tesjegelt (Waubach) zakgeld (traktement, pree?) [N 21 (1963)] || zakgeld [traktement, pree?] [N 21 (1963)] III-2-2, III-3-1
zakhorloge tassenuur: tessje-oeër (Waubach) uurwerk dat men aan een ketting in het vestzakje of de broekzak draagt [knol, raap] [N 86 (1981)] III-1-3
zalig gelukzalig: glukzillig (Waubach), zalig: zieëlig (Waubach) Zalig, gelukzalig [zaalig, zaolig, zeelig]. [N 96D (1989)] III-3-3
zaliger gedachtenis ... zaliger: zieëliger (Waubach, ... ), ... zaliger gedachtenis: zieëliger gedechnis (Waubach) Zaliger gedachtenis (vader/moeder/..). [N 96D (1989)] III-3-3
zaligheid zaligheid: zieëligheed (Waubach), zieëligheet (Waubach) Zaligheid. [N 96D (1989)] III-3-3
zand strooien strooien: sjtröjje (Waubach) Het strooien van wit zand op de vloer (strooien, strooiselen, opzanden) [N 79 (1979)] III-2-1
zand, zandgrond zavel: zāvǝl (Waubach) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8