e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L210p plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zilveruitje lookje: mv -s  lökske (Venray), sint-janslook: St. Janslook (Venray), sint-janslookje: sint-jânslökse (Venray), St. Jans lökskes (Venray), mv -s  St. Janslökske (Venray) [DC 13 (1945)]zilveruitje I-7
zin (lust) de aard hebben: d⁄n aard hebbe (Venray), zin: zin hebbe (Venray) het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)] III-1-4
zindelijk droog: druuëg (Venray), drūūēg (Venray), proper: proëper (Venray) zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)] III-2-2
zingen fluiten: fläöte (Venray), sjielpen: sjiel(e)pe (Venray), zingen: zinge (Venray), zingen (Venray) het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)] || sjilpen || Zingen. III-3-2, III-4-1
zingende mis mis met volkszang: mis mit volkszang (Venray) Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zitbank bank: baank (Venray), van de vurste baank ziede \'t uurst bij \'t bord: wie dicht bij een voordeel zit, profiteert het meest  baank (Venray) bank || zitmeubel III-2-1
zitplaats van de duif zitschapje: zitschepke (Venray) de zitplaats van de duif? [N 93 (1983)] III-3-2
zitten zitten: zitte (Venray) zitten [SGV (1914)] III-1-2
zitvlak van een broek kolf: vgl. WNT: kolf (I), 3) breed uitlopende achtreinde van een geweer e.d., 4) dikke uiteinde van een biljartkeu; 11) eikel van het mannelijke lid.  kollef (Venray) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zoeken zoeken: zuke (Venray) zoeken [SGV (1914)] III-1-2