e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

Gevonden: 3514

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterhaam achterhaam: axtǝrhām (Beringen) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterklauw teentje: tiŋkǝ (Beringen), voet: vut (Beringen) Achterste deel van de hoef. [N 3A, 119c] I-11
achterknie achterknie: axtǝrknē̜i̯ (Beringen) Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12] I-9
achternaafband domband: dǫmbant (Beringen) De ijzeren band om het achtereinde van de naaf, aan de kant van de wagen. De achternaafband is doorgaans smaller dan de muilband. Zie ook afb. 214. [N G, 43d; N 17, 60b; Vld.] II-11
achterschijf rondelle: rǫn`de̜l (Beringen) Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen de naaf en de stootring van het asblok. De achterschijf verhindert dat er tijdens het rijden vet of smeer verloren gaat en vuil de naafbus kan binnendringen. Woordtypen met als tweede lid het woord -ring komen ook voor in het lemma ɛstootringɛ (WLD I.13).' [N G, 50a; N 17, 56; JG 1b, add.] II-11
achterste achterste: aechtərstə (Beringen) achterste [ZND 01 (1922)] III-1-1
achteruit achter: axtǝr (Beringen), achteruit: axtǝrø̜̄t (Beringen) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10
achteruitgaan achteruitgaan: achteruitgoan (Beringen) achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)] III-1-2
achterwand achterschoft: axtǝrsxǫft (Beringen), schoft: sxǫft (Beringen) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
adem asem: o:səm (Beringen) adem [ZND 01 (1922)] III-1-1