e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afvallen van bladeren vallen: valle (Beverlo) afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] III-4-3
afwas afwas: afwas (Beverlo) de vaat die gewassen moet worden, afwas [N 01 (1960)] III-2-1
afwassen afwassen: afwasə (Beverlo), de afwas doen: dən afwas dūn (Beverlo) de vaat doen, afwassen [N 01 (1960)] III-2-1
afwasteil, afwasbak afwasbak: afwasbāk (Beverlo) bak waarin men afwast [N 20 (zj)] III-2-1
akkerdistel, distel dissel: dissel (Beverlo, ... ), netel: netel (Beverlo), nietel (Beverlo) distel [ZND 01 (1922)] III-4-3
allerheiligen allerheiligen: allerhelligen (Beverlo), allerhyligen (Beverlo) Allerheiligen. [ZND 19A (1936)] III-3-3
allerzielen allerzielen: allerzielen (Beverlo, ... ) Allerzielen. [ZND 19A (1936)] III-3-3
alles kwijt boks: boeks (Beverlo), kwijt: Kwê"t ùf dobbel: Kiet of dubbel.  kwê"t (Beverlo) Hoe heet iemand die alles bij het spel (bijvoorbeeld bij het knikkeren) heeft verloren? [ZND 29 (1938)] || Kiet. III-3-2
alpinomuts alpenmuts: aləpəmøͅts (Beverlo) alpino(muts) [patsj] [N 25 (1964)] III-1-3
altaar altaar (<lat.): oeb’en altaar (Beverlo), oöëp hət altaar (Beverlo) Op het altaar (let op het geslacht!) [ZND 32 (1939)] III-3-3