e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288b plaats=Laar

Overzicht

Gevonden: 1460

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balkenbrij balkenbrij: balkebreej (Laar), Gaef mich smêrgus mer ¯n pan bâlkebreej, lekker. De naober krieëg altiêt ¯n teluur bâlkebreej, mer ouch pestoeër en ¯t huit vanne schoeël (zie ook:proof)  bâlkebreej (Laar), kruipuit: Ze hebbe kerboët en woorst koôme bringe  kerboêt (Laar) balkebrij || balkenbrij, bereid uit vlees van o.a. varkenskop, longen, lever en bloed, gekookt met boekweitmeel III-2-3
bang bang: bang (Laar) bang III-1-4
bangerik bangeschijterd: bangeschiêtert (Laar), boksenschijterd: bókseschiêtert (Laar), piemel: piemel (Laar), pisser: pisser (Laar), schijthuis: schiêthoês (Laar), siemesop: siêmesop (Laar), sopsieme: sopsiême (Laar), soptrien: soptrien (Laar), strontkar: stroóntker (Laar), zeikerd: zeîkert (Laar) bang meisje || bangerik III-1-4
barbeel berf: vis  berf (Laar) barbeel (witvis) III-4-2
basterdsuiker potsuiker: potsókker (Laar) bastaardsuiker III-2-3
bed bed: beͅt (Laar), kot: kū.t (Laar) bed III-2-1
bed opmaken en verschonen verschonen: vərsxy(3)̄ənə (Laar) verschonen, schone lakens op het bed doen III-2-1
beddenbak, ressortbak ressortbak: rəsōͅrbak (Laar) bak met springveren in bed, waarover matras wordt gelegd (voorloper binnen veermatras) III-2-1
beddengoed beddengerei: bɛdəgreͅi̯ (Laar), beddengoed: bɛdəgōt (Laar) beddegoed III-2-1
beddenlaken laken: lākə (Laar) laken III-2-1