e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achtereen, na elkaar achtereen: achterén (Meerlo) achtereen, na elkaar III-4-4
achterijzer achterijzer: ɛxtǝrīzǝr (Meerlo) Hoefijzer voor de achterhoef van het paard. Het achterijzer heeft meestal een ovale vorm. Zie ook afb. 223b. [N 33, 353; N 33, 354b] II-11
achterste achterste: ächterste (Meerlo) achterste [SGV (1914)] III-1-1
achteruit plaats: plats (Meerlo) Open plaats achter een huis (dam, werft, bleek, achteruit, plaats) [N 79 (1979)] III-2-1
achteruitgaan achteruitgaan: aachterut goan (Meerlo) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achterwerk van de kip hennenvot: hɛnǝvot (Meerlo) I-12
achterwiel van een fiets achterste rad: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  èchterse rad (Meerlo) het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1
adder adder: adder (Meerlo), eigen spellingsysteem  adder (Meerlo) Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)] || nadder (adder) [SGV (1914)] III-4-2
adem adem: oajem (Meerlo) adem [SGV (1914)] III-1-1
ademen ademen: oajeme (Meerlo) ademen [SGV (1914)] III-1-1