e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

Gevonden: 3173

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afkalven afbreukelen: aafbrukkele (Nieuwstadt), afbrokkelen: ááfbròkkələ (Nieuwstadt) afkalven, stuksgewijs afschuiven en instorten gezegd van oevers, slootkanten enz [inkalven, inkavelen, inkelderen] [N 81 (1980)] III-4-4
afkijken afkijken: aafkieke (Nieuwstadt) afschrijven; Bij een buurman of buurvrouw kijken? [DC 48 (1973)] III-3-1
afkoken afkoken: ááfkaokə (Nieuwstadt) Hoe noemt U: Met (in) weinig water gekookt, gezegd van groenten (kort) [N 80 (1980)] III-2-3
afkomst afkomst: aafkoms (Nieuwstadt) afkomst, afstamming; bloedverwantschap in neerdalende lijn [komaf, tuk, afkomst] [N 87 (1981)] III-2-2
aflaat aflaat: aafloat (Nieuwstadt) Een aflaat [ablas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
afleggen van een dode afleggen: aaflekge (Nieuwstadt, ... ) een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)] || een lijk reinigen en met het doodsgewaad bekleden, meestal tevens van het bed afnemen [afleggen, lijken, ontwaden] [N 87 (1981)] III-2-2
aflichten aflichten: āflęjxtǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Met behulp van een veiligheidslamp mogelijk aanwezig mijngas opsporen. Bij een aanwezigheid van mijngas zal zich rond het klein gedraaide vlammetje van de lamp een lichtblauwe doorzichtige lichtkegel vormen. De lengte van de lichtkegel, dus eigenlijk de lengte van de gasvlam, geeft het gehalte mijngas aan. [N 95, 236; monogr.; N 95, 413; Vwo 47; Vwo 337; Vwo 338; Vwo 872] II-5
afpassen met de voet, aftreden aftreden: aaftréje (Nieuwstadt) de lengte bepalen door stappen [aftreden] [N 91 (1982)] III-4-4
afpersen afpersen: āfpęjršǝ (Nieuwstadt) Het kledingstuk voor de laatste keer zoveel als nodig is persen. [N 59, 82] II-7
afraffelen afraffelen: aafraffele (Nieuwstadt) (te) snel bidden, een gebed afraffelen. [N 96B (1989)] III-3-3