e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
andijvie andijve: andief’ (Chèvremont) andijvie I-7
angel van bij of wesp stachel (du.): sjtachel (Ch?vremont) angel III-4-2
angelustorentje angelustorentje: angelus-tuurje (Chèvremont) Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)] III-3-3
angst angst: angs (Chèvremont), bang: bang (Chèvremont), floep: floep (Chèvremont) angst III-1-4
anijs anijs: milch mit anies  anies’ (Chèvremont) anijs III-2-3
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) violet: flet (Chèvremont) anjer III-2-1
anker beveiligingsanker: beveiligingsanker (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]) Een verticaal voor de ijzerbok geplaatst U-balkje dat voorzien is van een door de bok heen reikende dwarsstang. Deze stang kan aan de achterzijde van de bok met een plaat worden vastgezet. Het geheel voorkomt dat railstukken ten gevolge van de druk uitspringen en ongelukken veroorzaken. [N 95, 587] II-5
anker, maat van 1/4 aam (39 l.) ankertje: en⁄kersje (Chèvremont) vat (klein) III-4-4
anthraciet anthraciet: antrasit (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Steenkool met minder dan tien procent vluchtige bestanddelen. [N 95, 468; N 95, 460; monogr.] II-5
appel, overige soorten appel: ap’pel (Chèvremont), handappel: hank’appel (Chèvremont), huisappel: klein soort, geschikt om te stoven  hoes’appel (Chèvremont, ... ), paradijsappel: paradies’-eppel (mv.) (Chèvremont) appel || appel, soort || handappel || paradijsappel I-7