e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203b plaats=Ingber

Overzicht

Gevonden: 1089

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bek muil: WLD  m‧ul (v.) (Ingber) Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)] III-4-2
belangrijk, van belang van belang: va belang (Ingber), van waarde: va weəd (Ingber) van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)] III-4-4
benauwd en vochtig weer broeien: et bruet i gèn looch (Ingber), drukkend (weer): drukkend (Ingber, ... ), drøkənt (Ingber) drukkend warm, gezegd van het weer [zwoel, mof, zoel, flauw, smoel] [N 81 (1980)] || loommakend, gezegd van het weer [lui] [N 81 (1980)] || lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
bengelen slodderen: šloͅdərə (Ingber) Bengelen: heen en weer slingeren (bammelen, bommelen, bengelen). [N 84 (1981)] III-1-2
bepaalde hoeveelheid kwak: kwak (Ingber), troep: troep (Ingber) een aantal bij elkaar staande voorwerpen [trobbel] [N 91 (1982)] || een onbepaalde hoeveelheid [kwakkel, kwak] [N 91 (1982)] III-4-4
bergtop kop: m.  koͅp (Ingber), spits: op der schpits (Ingber), top: op der tŭp (Ingber) top van een berg [spits, piek] [N 81 (1980)] III-4-4
beroerte beslag: bəšlā.ch (Ingber) Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)] III-1-2
beschermstenen of -palen schamppalen: (enk)  šampp˙ǭl (Ingber), schampstenen: šampštē. (Ingber) Beschermstenen van natuursteen of dikke houten beschermpalen (soms ook wel van ijzer) worden geplaatst schuin tegen zijkanten van poorten en tegen hoeken van muren of tegen brugleuningen om beschadigingen door voertuigen te voorkomen. Bij boerderijen komen ze vooral voor aan schuurpoorten en ingangspoorten (van de gesloten hoeve). Soms dienen de stenen of palen ook als steun voor de muur waartegen ze rusten. Meervoudige opgaven benoemen de beide beschermstenen of -palen aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.a bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 43a; monogr.; add. uit N 4A, 42f] I-6
beschimmeld beschimmeld: bəš‧øͅməlt (Ingber) beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)] III-2-3
besteden verteren: vertaire (Ingber) geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)] III-3-1