17972 |
zwak, ongezond |
schamel:
schemmel (L210p Venray)
|
Zwak: niet sterk, met weinig weerstand (fijn, krank, week, zwak). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17745 |
zwak, slap |
schrapel:
schriëpel (L210p Venray),
zwak:
zwak (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
zwak [DC 02 (1932)] || Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
24285 |
zwaluwstaart |
zwaluwenstaart:
zwɛlvǝstɛrt (L210p Venray),
zwelvenstaart:
zwelve-stárt (L210p Venray),
zwelvestàrt (L210p Venray)
|
de staart van zwaluwachtige vogels [N 83 (1981)] || Een wijze van verbinden die voornamelijk wordt toegepast bij zinken en koperen plaat. Bij een zwaluwstaart voor een buis wordt eerst één uiteinde van de plaat voorzien van zwaluwstaartvormige tanden waarvan telkens de ene wat omgebogen wordt en de andere niet. Vervolgens wordt de plaat rondgebogen en wordt de andere, aangescherpte rand van de plaat tussen de tanden vastgeklopt. Zie ook afb. 196a. Het geheel wordt tenslotte meestal met hardsoldeer vastgesoldeerd. Ook twee platen kunnen met behulp van een zwaluwstaart aan elkaar worden bevestigd. Vgl. afb. 196b. [N 66, 33a]
II-11, III-4-1
|
32044 |
zwaluwstaarten |
intanden:
intãndǝ (L210p Venray)
|
Een zwaluwstaartverbinding maken. [monogr.]
II-12
|
32038 |
zwaluwstaartverbinding |
zwalvenstaart:
zwɛlvǝstart (L210p Venray)
|
In het algemeen een verbinding waarbij een soort pen, uitgesneden in de vorm van een zwaluwstaart aan het einde van het ene stuk hout, wordt gevoegd in een inkeping van dezelfde vorm aan het einde van het andere stuk. Zie ook afb. 133. [N 54, 55a; A 18, 39e; monogr.]
II-12
|
24592 |
zwanebloem |
zwanebloem:
-
zwanebloem (L210p Venray)
|
zwanebloem [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
28411 |
zwanehals |
ganzenek:
ganzǝnɛk (L210p Venray)
|
Mandkorf waarbij de resterende staart van de buntspijlen, die aan de top bij elkaar komen, naar beneden is omgebogen als een zwanehals. Dit ombuigen van de buntspijlen of smelen heeft tot doel de top van de korf, die het meest gevoelig is voor de regen, af te dekken. De zwanehals is een variant van de bisschopsmuts. [N 63, 3e]
II-6
|
26710 |
zwart- of blauwveen |
zwarte:
zwartǝ (L210p Venray)
|
Veen dat bestaat uit meer of minder sterk vergane plantenresten van alle veenformaties, de voedselrijke, de matig voedselrijke en de voedselarme venen. De turf hieruit behoort tot de best brandbare. [I, 2c]
II-4
|
33481 |
zwarte bes |
moelberen:
mv: -e
moelbè:re* (L210p Venray),
zwarte beren:
mv: -e
zwàrte bère (L210p Venray),
zwarte miemeren:
zwarte miemere (L210p Venray)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
24345 |
zwarte bladluis |
bladluis:
idiosyncr.
bladluus (L210p Venray),
zwarte bladluis:
zwarte blad luus (L210p Venray)
|
bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] || insectjes onder een blad, zwart [DC 68 (1993)]
III-4-2
|