| 20487 |
beet, hap |
hap:
Verklw. hepke Aetj uch ieërst ¯n hepke vuuër dejje gaotj
hap (L318e Altweerterheide)
|
hap
III-2-3
|
| 25053 |
beetje, een weinig |
fiezel:
(meervoud: feêzels).
feêzel (L318e Altweerterheide),
kwak:
(meervoud: kwakke; verkleinwoord: kwekske).
kwak (L318e Altweerterheide),
kwakje:
(is verkleinwoord van kwak).
kwekske (L318e Altweerterheide)
|
geringe hoeveelheid
III-4-4
|
| 20431 |
begraven |
begraven:
begraâve (L318e Altweerterheide)
|
begraven
III-2-2
|
| 18798 |
begrip, besef |
belul:
belûl (L318e Altweerterheide),
benul:
benûl (L318e Altweerterheide),
bezei:
bezêj (L318e Altweerterheide)
|
begrip, nuchter verstand || verstand, inzicht
III-1-4
|
| 25103 |
benauwd en vochtig weer |
benauwd (weer):
benoutj (L318e Altweerterheide),
dompig (weer):
Dômpig waer (benauwd en vochtig weer).
dômpig (L318e Altweerterheide)
|
bedompt, benauwd
III-4-4
|
| 20790 |
beschuit |
beschuit:
Beschuût met sókkerkuurkes: beschuit met meisjes Wieërter beschuûtjes: toast Beschuûtekêntje: kantjes van beschuit (waren goedkoper dan beschuit), werden gebruikt om te paneren ¯n rol beschuûte: een rol beschuit
beschuût (L318e Altweerterheide)
|
beschuit
III-2-3
|
| 20629 |
beschuitpap |
kindjespap:
kintjespap (L318e Altweerterheide),
lammetjespap:
lemkespap (L318e Altweerterheide)
|
pap van gekookte melk met suiker en beschuit
III-2-3
|
| 33607 |
besvrucht, algemeen |
beer:
bieër (L318e Altweerterheide)
|
bes
I-7
|
| 27448 |
beton |
beton:
bǝton (L318e Altweerterheide),
bǝtoŋ (L318e Altweerterheide)
|
Een mengsel van cementspecie met een grove toeslag, bijv. grind, steenslag of bims, dat in bepaalde verhouding onder toevoeging van water wordt gemengd en tot een steenachtige massa verhardt. Een betonmengsel van één deel cement, twee delen zand en drie delen kiezel werd in L 321 een 'missing' ('meseŋ'), van 'missen' ø̄mengenø̄, genoemd. [N 30, 47a; N 30, 50; monogr.]
II-9
|
| 24561 |
beuk |
beuk:
buuëk (L318e Altweerterheide)
|
beuk
III-4-3
|