e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113b plaats=Benzenrade

Overzicht

Gevonden: 86

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raden raden: rao:nə (Benzenrade) raden [N 07 (1961)] III-3-2
roos (rosa) roos: ruəzə (Benzenrade) rozen [RND] III-2-1
scapulier scapulier: e skabbəleer (Benzenrade) Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)] III-3-3
schaatsen schaatsen: sjaatse (Benzenrade) Schaatsenrijden [sjatsen, sjtriksjoon loupe]. [N 06 (1960)] III-3-2
schoenen (mv.) schoenen (mv.): schoon (Benzenrade) Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)] III-1-3
slecht weer, hondenweer hondsweer: hongsweer (Benzenrade) slecht weer [hondewaer] [N 07 (1961)] III-4-4
sliepuit sliepuit: sjliep oet (Benzenrade) uitsliepen: inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 07 (1961)] III-3-2
snijwonde snit: sjnit (Benzenrade) snee in de vinger [N 07 (1961)] III-1-2
snotneus kute-naas: (= het lichaamsdeel).  kōētenaas (Benzenrade), kute-nelis: (= de persoonsaanduiding).  kōētnèlles (Benzenrade) snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] III-1-4
sok sok: zökke (Benzenrade) Hoe noemt men de sok (de halflange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] III-1-3