e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L413p plaats=Helchteren

Overzicht

Gevonden: 2273

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
allerzielen allerzielen: allərsîle (Helchteren) Allerzielen. [ZND 19A (1936)] III-3-3
altaar altaar (<lat.): op den alteur (Helchteren) Op het altaar (let op het geslacht!) [ZND 32 (1939)] III-3-3
andere voorwerpen in bikkelspel {z. toel.}: met keitjes of kroonkurken  z. toel. (Helchteren) Wordt (werd) een dergelijk spel wel gespeeld, maar met andere voorwerpen? [N R (1968)] III-3-2
andijvie andijvie: andēͅ.vi (Helchteren), andēͅvie (Helchteren, ... ) [Goossens 1b (1960)] [ZND 01 (1922)] [ZND 32 (1939)] I-7
angel angel: aŋǝl (Helchteren), áŋǝl (Helchteren) Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.] II-6
angel van bij of wesp angel: angel (Helchteren, ... ) angel [Willems (1885)] || angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)] III-4-2
anjelier pluimpje: pluimkes (Helchteren) I-7
appel, algemeen appel: appel (Helchteren, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 26 (1937)] I-7
appelbol appelbol: (m.).  apəlboͅl (Helchteren), appelenbroedertje: appelebroederke (Helchteren) appel in deeg gedraaid en in de oven gebakken [ZND 32 (1939)] || Appelbol (krollebol, kokkerebol, kollemol, zomerbroodje, appelbol, appelbroodje, ballebuuze?) [N 16 (1962)] III-2-3
appelmoes appelenprots: appeleprots (Helchteren), prots: proͅts (Helchteren), (m.).  proͅts (Helchteren) appelmoes [ZND 32 (1939)] || Appelmoes (appelpommee?) [N 16 (1962)] || appelmoes [trot, trut] [N 38 (1971)] III-2-3