e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P121a plaats=Herten

Overzicht

Gevonden: 106

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
karnstaf stomper: stumpǝr (Herten) Boterstoter bestaande uit een stok met een aan de onderzijde bevestigde plank die van gaatjes is voorzien. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 7, 19, 20, 21 en 23; A 16, 8, 8a, 8b en 8c; L 22, 8; L 27, 67 en 68; JG 1a, 1b, 1c; Ge 22, 18, 19 en 20; monogr.; add. uit: N 5A (I] I-11
karper karper: ook in ZND 27, 070  karper (Herten) karper [ZND 01 (1922)] III-4-2
katholiek katholiek (<fr.): ne kateliek (Herten) Een katholiek: bestaat er een scheldnaam (vooral in verkiezingstijd gebezigd)? [ZND 27 (1938)] III-3-3
katoen katoen: katoen (Herten) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
kauw kraai: krei (Herten), spreeuw: sprioew (Herten) kerkkauw [ZND 27 (1938)] III-4-1
keffen bellen: billen (Herten, ... ) keffen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-2-1
kerel kerel: kjarel (Herten) Een sterke kerel [ZND 27 (1938)] III-3-1
keren draaien: dręjǝ (Herten) Omkeren van de stof van een oud kledingstuk, zodat het er weer fatsoenlijk uitziet. In L 27, 74 is gevraagd naar het keren van een jas. [N 59, 190b; N 62, 21a; L 27, 74; MW] II-7
kiel kiel: kiel (Herten) kiel (kledingstuk voor mannen) [ZND 27 (1938)] III-1-3
kieuwen kieuwen: ook in ZND 27, 084  kieuwen (Herten) kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)] III-4-2