e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweerterheide

Overzicht

Gevonden: 1206

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bevallen kramen: kraome (Altweerterheide) bevallen III-2-2
bevertjes rijertje: mv.  ri-jjerkes (Altweerterheide) trilgras III-4-3
bezem bezem: biəsəm (Altweerterheide) bezem III-2-1
bezorgd bezorgd: bezörgtj (Altweerterheide) bezorgd III-1-4
bier bier: beer (Altweerterheide) bier III-2-3
bierpap bierpap: Als men dit eet bij verkoudheid of griep kan men goed transpireren e kappertje beer: een klein glas bier (voor dames met suiker) naaks beer: bier zonder suiker E glaeske beer  beerpap (Altweerterheide), slemp: slêmp (Altweerterheide) bierpap, slemp || kooksel van melk, meel en vbier III-2-3
biestmelk biest: bēst (Altweerterheide) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
biggen werpen baggen: baqǝ (Altweerterheide) Biggen ter wereld brengen. [N 19, 13; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; N C, add.] I-12
biggenmand bak: bak (Altweerterheide) Langwerpige gevlochten mand waarin men biggen naar de markt vervoert. Niet alle woordtypen duiden op een gevlochten mand. Een kurrenbak en een krat wijzen op een bak van planken gemaakt. [N 19, 29; monogr.] I-12
bijdehante vrouw; bijdehand betje bohei (rh.): Betje beheî (Altweerterheide), gevieft: gevief (Altweerterheide), gevieftj (Altweerterheide), qui-vive: kevief (Altweerterheide), vlug: vlök (Altweerterheide), vrij: vrieë (Altweerterheide) bijdehand || bijdehand meisje || vrijpostig, bijdehand III-1-4