e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q012p plaats=Rekem

Overzicht

Gevonden: 3899

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afleggen van een dode afleggen: aflèggen (Rekem), znd 32, 20;  aafléggə (Rekem, ... ), op de schoof leggen: znd 32, 20;  op tə sjòwf léggə (Rekem) een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 115 (2003)] || een doode lijken (vooraleer hij gekist wordt) [ZND 32 (1939)] III-2-2
aflichten gas meten: gās mę̄tǝ (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Beringen]) Met behulp van een veiligheidslamp mogelijk aanwezig mijngas opsporen. Bij een aanwezigheid van mijngas zal zich rond het klein gedraaide vlammetje van de lamp een lichtblauwe doorzichtige lichtkegel vormen. De lengte van de lichtkegel, dus eigenlijk de lengte van de gasvlam, geeft het gehalte mijngas aan. [N 95, 236; monogr.; N 95, 413; Vwo 47; Vwo 337; Vwo 338; Vwo 872] II-5
afloeren, bespieden afkijken: aafkieken (Rekem, ... ), afkieken (Rekem), afloeren: aafloere (Rekem), āflūrə (Rekem) Afloeren (afkijken, uitloeren). [N 109 (2001)] || iets bespieden [ZND 32 (1939)] III-1-1
afromen afdraaien: ā.vdręi̯ǝ (Rekem), aflaten: āflǭtǝ (Rekem), afromen: āfrø̜u̯mǝ (Rekem) De room van de melk scheppen. Men kon de room van de melk scheiden door met een houten latje de room tegen te houden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden roomschotel wegvloeide. Een andere methode was de melk overgieten of aflaten in een andere kruik of emmer, terwijl men de aan de oppervlakte gevormde room tegenhield door blazen. Een modernere manier van scheiden van room en melk gebeurde met de melkmachine of centrifuge. [A 23, 3; Lu 1, 3; JG 1a, 1b, 1d; Vld.; monogr.] I-11
afschieten, ontsteken schieten: sxētǝn (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Willem-Sophia]) De met springstof geladen schietgaten tot ontploffing brengen. [N 95, 412; monogr.; N 95, 442 add.] II-5
afsnijden met de sikkel maaien: męi̯ǝ (Rekem) [L B2, 281; Lu 1, 16.2; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
aftrekken, uitwinnen uitdraaien: ū.drɛi̯ǝ (Rekem) Na het inkappen rolt de maaier met de mathaak de halmen samen en haalt ze naar zich toe. Het is de "tweede fase" van de zichtbehandeling. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en bij het lemma ''afleggen'' (4.4.3) bij het maaien met de zeis. [N 15, 16g; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 23, 16.2; L 48, 34.2; Lu 2, 34.2; monogr.; add. uit N 15, 16i] I-4
aftuigen (het) getuig afdoen: t ˲gǝtȳ.x˱ āf˱dō.n (Rekem) Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10
afvallen van bladeren vallen: vallen (Rekem), valən (Rekem) afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] III-4-3
afwasborstel afwasborstel: ááfwàsbeurstəl (Rekem) Borstel waarmee potten en pannen gereinigd worden (borstel, schrobbertje) [N 79 (1979)] III-2-1