e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P196p plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 565

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeder broeder: brū,ər (Veulen) Een broeder. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
broedsel broedsel: brūsǝl (Veulen) [L A2, 357; monogr.] I-12
broeksriem? riem: rijəm (Veulen) riem [ZND A2 (1940sq)] III-1-3
bron bron: boͅwən (Veulen) bron [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
broodoven oven: ho.wǝvǝ (Veulen) De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.] II-1
bruidje in de processie bruidje: browtjə (Veulen) Een maagdeken ( in de processie). [ZND B1 (1940sq)] III-3-3
buurman gebuur: gəbūr (Veulen) een buurman [ZND B1 (1940sq)] III-3-1
daas (tabanidae) daps: dapse (Veulen) daas [ZND B2 (1940sq)] III-4-2
dakgoot goot: gǫwǝt (Veulen) Zie kaart. Horizontaal afvoerkanaal dat onder een dakrand wordt aangebracht om het van het dak stromende regenwater af te voeren, hetzij onmiddellijk via een spuier, hetzij door een in de aardbodem uitmondende gootpijp. Met de term 'Keulse goot' (L 387) wordt een goot aangeduid die niet buiten het muurvlak uitsteekt, maar op de muurplaat rust. In S 11 en L 1 a-m werd in het algemeen gevraagd naar ø̄gootø̄. In dit lemma zijn uit dit materiaal alleen die antwoorden opgenomen, waarbij door de invuller werd vermeld dat het specifiek de benaming voor een dakgoot betrof. [N 64, 148a; N 54, 185a; L 24, 23a; L B1, 159a; R 14, 23j2; monogr.; Vld; div.; S 11; L 1a-m] II-9
dansen dansen: da.stə (Veulen) dansen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2