e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L164p plaats=Gennep

Overzicht

Gevonden: 4879

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achteruitgaan achteruitgaan: achterŭŭt gaon (Gennep) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achterwand achterbred: axtǝrbrɛt (Gennep) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwiel van een fiets achterrad: àchterràd (Gennep) het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1
achtkant achtkant: achtkant (Gennep) Algemene benaming voor een achtkante molen. De achtkant kan gedekt zijn met riet, planken, asfalt etc. en behoort tot de bovenkruiers. Zie ook afb. 35. [N O, 32g] II-3
adder adder: WLD  àdder (Gennep), vergiftige slang: ?  èn vergiftige slang (Gennep) Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)] || nadder (adder) [SGV (1914)] III-4-2
adem adem: āājəm (Gennep) adem [SGV (1914)] III-1-1
ademen ademen: āājeme (Gennep), oj-jemen (Gennep) ademen [N 10a (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
ader ader: ojjer (Gennep), ōājer (Gennep), ōājers (Gennep) ader [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)] III-1-1
afdak afdak: afdak (Gennep) afdak [SGV (1914)] III-2-1
afdakje boven de poort afdakje: af˱dɛkskǝ (Gennep) Het kleine afdakje dat op een muur is geconstrueerd boven de poort. [N 4A, 43b] I-6