e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

Gevonden: 4982

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterste poep: i.e. achterwerk (ook veest).  poehp (Genk), poeper: i.e. kontje.  poehpert (Genk), vot: i.e. kont.  vot (Genk) [N 10c (1995)] III-1-1
achteruit achter: axtǝr (Genk), achteruit: axtǝrǫu̯.t (Genk), hup-terug: hęp tręk (Genk), terug: tręk (Genk) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10
achteruitgaan achteruitgaan: achteraotgoon (Genk), terugtrekken: tregtrekke (Genk) achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)] III-1-2
achteruittrappen slaan: slūǝ.n (Genk) Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72] I-9
achterwand achterste hoofdbred: axtǝrstǝ hēt˱briǝ.t (Genk), hoofdbred: h˙ēbrīǝ.t (Genk), staartbred: start˱brīǝ.t (Genk) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwerk polder: i.e. achterwerk.  poller (Genk) [N 10c (1995)] III-1-1
adamsappel pitsknobbel: petsknōbəl (Genk) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
adem adem: ōjem (Genk) adem [ZND 01u (1924)] III-1-1
ademen ademen: ich kos nie ōͅijeme (Genk), ich kost nie ooiĕmĕ (Genk), ōjemə (Genk) ademen [ZND 01u (1924)] || Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ader ader: de aore van `t veerste van zənə kop (Genk), de ooren van ze gezicht (Genk), een oor oepensnije͂n (Genk), n ōͅr uepesneͅje (Genk) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)] III-1-1