e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aureool, lichtkrans blauwe kegel boven de vlam: blawǝ kējǝl boǝvǝ dǝ vlam (Chevremont  [(Julia)]   [Winterslag, Waterschei]) Een lichtblauw gekleurde lichtkegel om de vlam van de veiligheidslamp, zichtbaar bij de aanwezigheid van mijngas. De lengte van de lichtkegel is een maat voor het percentage aanwezig mijngas. Is het mijngasgehalte ±4,5%, dan wordt de lichtkegel zo lang, dat ze de bovenkant van de gaaskap van de veiligheidslamp raakt. Hangt de lamp enige tijd in een dergelijk mengsel, dan kan de gaaskap gaan gloeien. Een gloeiende gaaskap levert steeds een groot gevaar op, aangezien daardoor het mijngas buiten de lamp ontstoken kan worden (Handb. H. pag. 10). [N 95, 234; monogr.] II-5
avondmaal avondbrood: oa’vendbroeëd (Chèvremont) avondeten III-2-3
azijn essig: Zoeë zoer wie es¯sieg D¯r knien in d¯r es¯sieg leëje  es’sieg (Chèvremont) azijn III-2-3
babbelaar melksklompje: milchs’klumsje (Chèvremont) caramel III-2-3
baby, zuigeling wickelditz-je: cf. Rheinischer Wörterbuch Erster Band p. 1376 s.v. "Ditz"= Wickelkind, Säugling  wik’keldiets-je (Chèvremont), wikkelkind: wik’kelkink (Chèvremont) bakerkind, baby III-2-2
badknecht badknecht: batknęǝt (Chevremont  [(Julia)]   [Wilhelmina]) Man die het badlokaal, eventueel ook het kleedlokaal, schoonhoudt. Volgens Lochtman (pag. 166) was het op de Domaniale mijn gebruikelijk in het kleedlokaal van "kouwewärter" te spreken en in het badlokaal van "badknecht". [N 95, 126; monogr.] II-5
badkuip bad: bat (Chèvremont), badebètte (d.): bādəbyt (Chèvremont) bad || badkuip III-2-1
badmeester badmeester: batmēstǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Toezichthouder over de badknechten. [N 95, 126; monogr.] II-5
bakken bakken: Bakke en broane is nit ummer eëve jód jeroane: bakken en braden lukt niet altijd even goed  bak’ke (Chèvremont) bakken III-2-3
balein balein: belien (Chèvremont) balein uit het korset [N 25 (1964)] III-1-3