e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L247z plaats=Broekhuizenvorst

Overzicht

Gevonden: 182

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
legnest legnest: lexnęs (Broekhuizenvorst) Het nest waarin de kippen hun eieren leggen. Est is door metanalyse uit nest ontstaan. [N 19, 32; A 48, 16e; monogr.; add. uit S 25] I-6
leurder kramer: kriëmer (Broekhuizenvorst), venter: vènter (Broekhuizenvorst) leurder; Hoe werd de man genoemd die dat deed? [DC 48 (1973)] III-3-1
leuren krameren: kriëmere (Broekhuizenvorst), venten: vènte (Broekhuizenvorst) leuren; Kent u een oud woord voor te voet met de handelswaar langs de huizen gaan van deur tot deur zoals bijvoorbeeld marskramers en ketellappers deden? [DC 48 (1973)] III-3-1
lieveheersbeestje lieveheersbeestje: levehiersbiesje (Broekhuizenvorst) lieveheersbeestje [DC 49 (1974)] III-4-2
lijfbieden, prolapsus vaginae (de) koningskop laten zien: (de koe) lēt dǝ kø̄neŋskop zēn (Broekhuizenvorst) Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a] I-11
links, linkshandig krangs: de krangse kant": bij bvb. sokken of een jas  krangs (Broekhuizenvorst) Zijn u nog oude woorden voor "links"bekend? Zo ja, hoe werd dat woord uitgesproken? [DC 50 (1975)] III-1-2
linksachter linksback (<eng.): linksbek (Broekhuizenvorst) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
linkshandig persoon linkspoot: linkspoeët (Broekhuizenvorst) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linksvoor linksbuiten: linksbuitte (Broekhuizenvorst) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
maanblind paard maanblind: mǭnblent (Broekhuizenvorst) Gezegd van een paard met een periodieke oogontsteking, gewoonlijk om de maand of na twee maanden. Het paard is dan lichtschuw en het hele oog vertoont ontstekingsverschijnselen: een sterke traanafscheiding en een roodachtige kleur van de bindhuid. De kwaal is gewoonlijk na twee à drie weken geweken, maar kan zich ook periodiek herhalen en tot blindheid leiden. De naam maanblindheid houdt verband met de vroegere mening, dat deze kwaal maandelijks, bij het op- en afgaan van de maan, terugkeerde. [A 48A, 38a; N 8, 62p en 90v] I-9