e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

Gevonden: 6145

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aarzelen niet durven: neet dùrve (Roermond), treuzelen: treuzələ (Roermond, ... ), truggelen: troegele (Roermond), twijfelen: twiefele (Roermond), twīēfələ (Roermond) bang om iets te doen, niet durven doen [aarzelen, twijfelen, tukken, treuzelen, teutelen, draaien] [N 85 (1981)] || uit besluiteloosheid zich weerhouden, niet goed durven [aarzelen, dubben, teutelen, pieraarzen, dobben] [N 85 (1981)] III-1-4
aas in het kaartspel aas: aos (Roermond), 108 B.IIb  roetənao:s (Roermond), Ich höb de veer äös; den aos oetsjpele.  ao:s (Roermond) Aas (I): aas. || En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - I. Aas. [DC 52 (1977)] || Ruitenaas. III-3-2
abrikozenvlaai abrikozenvlaai: appelekozeflaaj (Roermond) abrikozenvla III-2-3
absolutie absolutie (<fr.): absolutie (Roermond) Absolutie [abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
abt overste: euverste (Roermond) Een overste in een klooster, abt [euverste, opperste]. [N 96D (1989)] III-3-3
accijns accijns (<lat.): accijns (Roermond), aksijns (Roermond) de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)] III-3-1
achterdochtig achterdochtig: achterdōchtig (Roermond), agtərdogtig (Roermond), wantrouwig: wantroewig (Roermond) een kwaad vermoeden over iemands handelingen of bedoelingen hebbend [achter-koutig, achterkousig, achterdochtig] [N 85 (1981)] III-1-4
achtereen, na elkaar achtereen: achterein (Roermond) achtereen, na elkaar III-4-4
achterhand van het paard achterhandig (deel): axtǝrhɛntex (Roermond), achterwerk: axtǝrwɛrǝk (Roermond) Het achtergestel van een paard, in tegenstelling met de voorhand of het voorste deel (3.1.3), en het middendeel of de middenhand (3.3.5). [N 8, 13 en 32.9] I-9
achterhoofd achter op de kop: achter op de kop (Roermond), achterkop: achterkop (Roermond, ... ) achterhoofd [N 10 (1961)] III-1-1