e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P196p plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 565

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
darm darm: deͅrm (Veulen) een darm [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
de was doen de was doen: də wās dūu̯ən (Veulen) het linnen wassen [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
de was mangelen mangelen: maŋələ (Veulen) mangelen [ZND A1 (1940sq)] III-2-1
deken sarge: soͅdy (Veulen) deken [ZND A1 (1940sq)] III-2-1
denken denken: deͅjnkə (Veulen, ... ) denken [ZND A1 (1940sq)], [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
dij bats: batsə (Veulen) dijen (deel v.h. been boven de knie) [ZND B1 (1940sq)] III-1-1
dissel dijsemboom: dęi̯zǝbau̯m (Veulen) Een (korte of lange) boom of balk die aan het voorste asblok van de driewielige kar, de boomwagen of de wagen bevestigd is. De bespanning van de paarden wordt aan deze balk bevestigd. Naargelang de lengte onderscheidt men de korte of kromme dissel (meestal te vinden bij de driewielige kar en de boomwagen), waaraan ten hoogste twee paarden ingespannen konden worden en de lange dissel (meestal te vinden bij de wagen), waaraan twee of meer paarden ingespannen konden worden. De woordtypen die via een attribuut √©√©n van deze twee disseltypen aanduiden zijn samengebracht op het einde van het lemma. [N 17, 44a + 50b; N G, 70i-j; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2b; A 27, 19 + 21 + 22a; Lu 5, 19 + 21 + 22a; Wi 15; R 3, 93; L 33, 32; monogr.] I-13
dolle kervel dolle kelver: dǫlǝ kęlǝvǝr (Veulen) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
dood (bn.) dood: do.wt (Veulen) dood (bn) [ZND A2 (1940sq)] III-2-2
dooier dooier: doi̯ǝr (Veulen) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12