e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192p plaats=Bergen

Overzicht

Gevonden: 1064
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wang bakkes: bakkus (Bergen), wang: wangen (Bergen) Was er vroeger een ander woord bekend? Zo ja, welk? [DC 27 (1955)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect om de vlezige zijkant van het gezicht aan te duiden? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
want vuistwant: voest-waante (Bergen) wanten, met duim maar zonder vingers [N 23 (1964)] III-1-3
warm weerx warm (weer): warm (Bergen) warm [DC 44 (1969)] III-4-4
wasgoed was: wès (Bergen) wasgoed [DC 35 (1963)] III-2-1
waterdichte laars waterlaars: waterlaerze (Bergen) Hoe noemt men de laarzen (die tot of boven de knie reiken)? [DC 09 (1940)] III-1-3
waterput put: pøt (Bergen) [RND 10] I-7
weduwe wedvrouw: wedvrouw (Bergen) weduwe [DC 05 (1937)] III-2-2
weduwnaar wedman: wedman (Bergen) weduwnaar [DC 05 (1937)] III-2-2
week in de muil zacht in de muil: zōx en dǝ mul (Bergen) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9
weer naar het jaargetijde kranenzomer: enne kranenzommer (Bergen), poolwinter: lang winterweer.  enne pool-winter (Bergen), volle zomer: goede zomer.  enne volle zómmer (Bergen) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4