e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afvallen van bladeren afgaan: gaon af (Achel), afjagen: de wèndj haeft alle blajer aafgejaagdj  aafjage (Echt/Gebroek), afvallen: aaf.valle (bij bladeren) (Mheer), aafgevallen (Panningen), aafvalle (Boekend, ... ), aafvalle of verleze (Sevenum), aafvallen (Reuver), aafvallĕ (Meerssen), aāfvalle (van bladeren van een boom) (Eys), afalə (Borlo), afvallen (Bolderberg), boom: aafvallen bloem: ruizellen (Molenbeersel), boom: de blaar vallen áaf bloemen: ruuzele (Tegelen), de blaar vallen aaf (Maasbree), De blaar vallen aaf. De blome ruzelen oet. (Schinnen), de blêr valle aaf van de kerstboom: de koorsbaum ruuzelt (Helden/Everlo), ’oͅəfalə (Oud-Waterschei), ’ááfalə (Hechtel), â = lang (m.b.t. afvallen)  afvallen of ruuzelen (Arcen), beginnen te vallen: De blaar beginne te vallen. De bloome beginne te ruzelen. (Grubbenvorst), kaal worden: kaal were (Horst), kalen: kaalen (Gulpen), rijzelen: aan ’t ríézelen (Geleen), ri-jzele (As, ... ), riezele (Bree, ... ), nee men kent geen dialektwoord echter soms werd wel gezegd riezele.  riezele (Meerlo), rijzen: reize (Lanaken), reͅizə (Genk), rieze (Baexem), riezen (Opitter), (hgd. rieseln)  rieze (Valkenburg), De blajer beginne te rieze (in de herfst).  rieze (Echt/Gebroek), rijz(j)de, gerijs(j)t; Kil. rijsen, delabi, decidere (afvallen), S. rijzen afvallen, R. rijzen uitvallen  rijze (Zonhoven), ruizelen: bloemen : rūūzele boomblad : aafvalle (Venray), bloemen: rūūzelen bladeren : aafvallen (Venray), de kerstboom ruuzelt (Noorbeek), reuzele (Brunssum), reuzjele (Meijel), ruizele (Neeritter), ruizelen (Ell, ... ), ruu-ze-le (Beesel), ruuzele (Baarlo, ... ), ruuzele (van bloemen) (Gronsveld), ruuzele of ruzelen (Venlo), ruuzelen (Dilsen), ruuzələ (Schaesberg), ruzele (Geleen, ... ), ruzele van de blaar (Margraten), ruzelen (Grubbenvorst, ... ), rüzele (Broekhuizenvorst), ’ry(3)̄zələn (Leut), bv; deej blomme ruzele  ruzele (Cadier), ruzele (voor bloemen) de blaajer vallen aaf (voor bomen)  ruzele (Stokkem), ruzelen: De blaar beginne te vallen. De bloome beginne te ruzelen. (Grubbenvorst), de blajer valle (van boom) ruizele (bloemen) (Heythuysen), ruizelen (Neeritter), ruzele (Maastricht, ... ), ruûzele (Altweert, ... ), uitruizelen: ōēt-ruuzele (bij bloemen) (Mheer), uitvallen: ōētvalle (bij bloemen) (Eys), uutvalle (bloemblad) (Venray), vallen: (velt) (Eupen), de blaar valle van de buim (Sittard), De blaer beginne te valle, ut ees herefst (Helden/Everlo), de blajer valle (van boom) ruizele (bloemen) (Heythuysen), də bləjər vələ (Heppen), vaallen (Houthalen), vale (Zichen-Zussen-Bolder), valle (Beverlo, ... ), valle van de blaar (Margraten), valle(n) (Paal), vallen (Achel, ... ), vallə (Engelmanshoven, ... ), vallən (Beringen, ... ), valə (Borgloon), valən (Diepenbeek, ... ), valʔə (s-Herenelderen), van een boom: de blajer valle van een bloem: ze ruuzelt (Nunhem), vaolen (Helchteren), vaəlle (Jeuk), vāāllen (Houthalen), vāln (Zonhoven), vālən (Hasselt), (van bladval in de herfst)  de loven velt (Noorbeek), verliezen: aafvalle of verleze (Sevenum) af-, uitvallen || afvallen v bladeren || afvallen v bladeren enz. || afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] || afvallen van bladeren [DC 48 (1973)], [Goossens 1b (1960)] || afvallen, doen — v. bladeren || reuzelen, afvallen v bladeren III-4-3