e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beenderen op het kerkhof been: znd 21, 009c  bîen (Koersel), bîên (Hamont), znd 21, 009c; cf. VD s.v. I. "been"2. (coll.) gebeente  bieën (Paal), bîen (Beringen), been (mv.): znd 21, 009c  baien (Vliermaalroot), beejn (Diepenbeek), been (Genoelselderen, ... ), beeën (Sint-Lambrechts-Herk), beien (Werm), bein (Elen, ... ), beïn (Maaseik), biejen (Aalst-bij-St.-Truiden), bien (Gingelom, ... ), bieën (Mielen-boven-Aalst), biên (Hasselt), biën (Sint-Truiden), bīēn (Hasselt), bīēnj (Herk-de-Stad), béjn (Wellen), bén (Kortessem), bêên (Piringen), bîen (Nieuwerkerken), bən (Gutshoven), nein (Diepenbeek), znd 21, 009c; cf. VD s.v. I. "been"2. (coll.) gebeente  bein (Meeuwen), znd 21, 009cbein  bijn (Heks), been (mv.) van de lijken: znd 21, 009c  been van de lijke (Neerrepen), been (mv.)np 046: znd 21, 009cbienen  bein (Rotem), been (mv.)nq 091: znd 21, 009ckniëk  bein (Mopertingen), beender: znd 21, 009c; cf. WNT s.v. "been (I)"meervoud: "thans meest beenderen, vroeger, en ook nu nog in spreektaal, beenen en soms nog been  biender (Beverlo), beender?: znd 21, 009c  beener (Beverst), binnər (Lummen), beenderen: znd 21, 009c  beenderen (Sint-Truiden), beinderen (Opglabbeek), beindərə (Lanaken), bie-eenderen (Lommel), bienderen (Wijchmaal), binderen (Loksbergen), benen: znd 21, 009c  beenen (Bilzen), biene (Sint-Truiden), bieëne (Stevoort), biëne (Heppen), biënen (Beverlo), bĭĕnnə (Halen), bîênən (Oostham), znd 21, 009c; cf. WNT s.v. "been (I)"meervoud: "thans meest beenderen, vroeger, en ook nu nog in spreektaal, beenen en soms nog been  bieënen (Hechtel), doodsbeen (mv.): znd 21, 009c  daodsbein (Ophoven), dudzbin (Zonhoven), gebeente: znd 21, 009c  gebeintj (Kessenich), gebinte (Schulen), gəbīēntə (Hasselt), gəbéntə (Halen), geraamten: znd 21, 009c  geramten (Tessenderlo), gerippe (d.): znd 21, 009c; cf. VD D-N s.v. "Gerippe"0.1 Geraamte  gerippe (Eupen), knoken: znd 21, 009c  kneuke (Hasselt), kno(a)ken (Heers), knoke (Ophoven), knoken (Kessenich), knooke (Genk), knoäke (Teuven), knóóke (Mheer), knôekə (Welkenraedt), knôôke (Montzen), knoken (mv.): znd 21, 009c  knŭŭk (Maaseik), knook/knoken (ev./mv.?): znd 21, 009c  kneek (Hasselt), kneuk (Beverst, ... ), kni-ek (Zutendaal), knieek (Niel-bij-As), kniek (Bilzen, ... ), knieuk (Val-Meer, ... ), knieök (Opitter), knjek (Vroenhoven), knjeuk (Hoeselt, ... ), knjujk (Genoelselderen), knjuk (Hoeselt), knjèk (Eigenbilzen), knoak-ək (Sint-Huibrechts-Hern), knèùk (Kortessem), knéúk (Boorsem, ... ), knîek (Martenslinde), knöck (Kleine-Spouwen), knöök (Sittard), knûuk (Grote-Spouwen), znd 21, 009c; cf. WNT s.v. "knook"2. (mv."knoken"cf. WNT s.v. "knok (I)"2. (mv. knokken cf. WNT s.v. "kneukel"(mv. kneukels, kneukelen cf. WNT s.v. "knekel"(mv. knekels en knekelen (zeldz.)  kneek (Peer), knéúk (Molenbeersel), schenk/schenken (ev./mv.): znd 21, 009c  sjenk (Gelieren/Bret), schenken: znd 21, 009c  scheenken (Hamont), schenken (Gruitrode, ... ), sjeinkə (Ophoven), znd 21, 009c; cf. VD s.v. "I. schenk"3. (veroud.) schenkel. Zie ook WNT s.v. "schenk - schink"(zelfde bet. als VD). Cf. VD s.v. "schenkel, schinkel"1. "onderbeen bij de mens, tussen knie en voet; been, bot uit onderbeen; - later, minder juist, ook wel gebezigd voor dij, dijbeen".  schènken (Lommel), schink (ev.?): znd 21, 009c; cf. VD s.v. "I. schenk"3. (veroud.) schenkel. Zie ook WNT s.v. "schenk - schink"(zelfde bet. als VD). Cf. VD s.v. "schenkel, schinkel"1. "onderbeen bij de mens, tussen knie en voet; been, bot uit onderbeen; - later, minder juist, ook wel gebezigd voor dij, dijbeen".  schink (Grote-Brogel), schinken: znd 21, 009c  schinke (Kessenich, ... ), schinken (Bocholt, ... ), sjinkən (Sint-Huibrechts-Lille) beenderen (op het kerkhof) [ZND 19 (1936)] III-2-2