e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
door water het lopen met schoeisel aan baden: bajə (Bree, ... ), bōͅjə (Smeermaas), boͅwəjən (Lommel), boͅəjən (Achel), baggeren: baggere (Blerick, ... ), bagərə (Bocholt, ... ), i.e. met schoenen of klompen door het slijk lopen.  baggere (Hees), batteren (<fr.): badərṇ (Kwaadmechelen), battere (Swalmen), bettere (Kerensheide), bijzen: bezən (Houthalen), dabbelen: dabbele (Gronsveld, ... ), debbele (Brunssum), (F)  dabbele (Roermond), dabben: dabbe (Roermond), dabben (Blerick), dabberen: dabbere (Baarlo, ... ), dabbere(n) (Sint-Truiden), dabberen (Hoensbroek, ... ), dabere (Tongeren), dabərṇ (Kwaadmechelen), dabərə (Achel, ... ), dabərən (Lommel), debbere (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), deͅbərə (Paal), dammelen: i.e. trappelen in water, modder of zand.  dammele (Panningen), dauwelen: daawele (Valkenburg), door de plassen gaan: dur de ples goan (Diepenbeek), door het slijk baggeren: door `t slèèk baggərə (Hechtel), door het water dabbelen: door t water dabbele (Maastricht), door het water dabberen: door t water dabbere (Venlo), door het water klavotsen: dor t wōͅətər klavotsən (Hamont), door het water klossen: dor t wōͅətər klosən (Hamont), door het water krossen: doͅr t wōͅətər kroͅsən (Hamont), door het water lopen: door t water laope (Leuken), door t water loupe (Berg-aan-de-Maas), met de sjoon of de klômpe doer et waoter loope (Oost-Maarland), mit schoon of klomke doer t water loope (Rimburg), door het water opwaden: dur t water òòpwaaje (Broekhuizen), door het water plotsen: door t water ploetsje (Puth), door het water pratsen: door t water pratse (Reuver), durch t water pratsje (Nieuwenhagen), door het water soppen: door t water soppe (Nunhem), drabbelen: drabbele (Maasniel), dweilen: B.v. lik neet zo door det water te dweijele.  dweijele (Herten (bij Roermond)), flatsen: dr door flatse (Belfeld), in het water dabberen: B.v. plezierig is `t altijd in `t water dabberen vehr kinder, of ge schoen of klompen draagt das gelijk.  in `t water dabberen (Peer), klabetteren: klabettere (Limbricht), klauwen: klāvə (Tessenderlo), kletsen: kleͅtsə (Opglabbeek), klossen: klosse (Eksel, ... ), kloͅsə (Neerpelt), B.v. op zijn zware schoenen kloste hij over het veld.  klossen (Achel), i.e. op klompen lopen. B.v. hèè. koom veurbie.j geklósse op zienn klu.mp.  klósse (Boukoul), klotsen: klotse (Haelen, ... ), klotsə (Lommel), knoeien: knoeâje (Roosteren), knutsen: knaatse (Boeket/Heisterstraat), met de blokken: mē zən bloͅkə (Leopoldsburg), met schoenen en klompen...: mèt sjoon en klómpe ... (Thorn), modderen: móddere (Ottersum), op de klompen klotsen: vrüger klotsde me op de klòmpe (Tegelen), palsen: palsə (Beverst), patsen: pautsche (Meeswijk), pladeren: plaanjere (Montfort), planzen: plansje (Hoensbroek), plassen: plasə (Sint-Truiden), platsen: plat.šəl (Moresnet), platsche (Echt/Gebroek), platse (Tegelen), platsen (Lauw), platsje (Houthem, ... ), platsə (Sint-Truiden), plâtsche (Schimmert), plenzen: plense (Rekem), plensen (Zonhoven), pletsen: pletse (Vliermaal), pletse(n) (Sint-Truiden), pletsen (Hoepertingen), plonzen: ploense (Tegelen), ploensen (Eksel), plontsje (Bunde), pratsen: pratsje (Neerbeek), rondknoeien: rondjkneëje (Leveroy), slobben: sjlóbbe (Panningen), slobberen: sjlobbere (Panningen), smodderen: smodderen (Alken), smoͅdərə (Koersel, ... ), Door het water lopen;  smoddere (Jeuk), tettelen: deddele (Ubachsberg, ... ), tratsen: tratsje (Echt/Gebroek, ... ), onbehouwen lopen, onvoorzichtig ergens doorheenlopen  tratsje (Klimmen), waden: waaje (Baexem, ... ), waje (Ell), zwadderen: zwadərə (Gingelom) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: met schoenen of klompen door het water lopen [daawele, dabbere, bettere] [N 10 (1961)] || Met schoenen of klompen door het water lopen (dabberen, platsen, smodderen, plensen). [N 109 (2001)] || Zonder doel rondlopen (zwabberen, zwadderen, (s)lummelen). [N 109 (2001)] III-1-2