e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dubbele toegangspoort van een gesloten erf buitenpoort: bǭtǝpōrt (Lummen), dubbelpoort: dø̜bǝlpōrt (Stevensweert), gelegpoort: gǝl‚ēxpōǝt (Herk-de-Stad), gevelpoort: gē̜ ̞vǝlpǫrt (Bree), grote poort: grutǝ [poort] (Borlo), grōtǝ [poort] (Swalmen), grūtǝ [poort] (Mechelen, ... ), grūǝtǝ [poort] (Herten), grǫu̯tǝ [poort] (Borgloon), hofpoort: hōfpōrt (Maastricht), hōfpǫrt (Tungelroy), ingangspoort: i ̞ngāŋspoǝt (Vliermaal), ingaŋspu̯ó̜t (Millen), inrijdeur: enrai̯dø̄r (Paal), inrijpoort: enrai̯pu̯oǝt (Tongeren), enręipōrt (Berverlo), enręi̯pu̯ǫt (Eigenbilzen), enrīpǭrt (Hout-Blerick), inrē̜ ̞pōrt (Leopoldsburg), ęnr‚ēpōt (Herk-de-Stad), invaart: envārt (Neer, ... ), invaartspoort: e ̝nvārtspōǝrt (Maasmechelen), koerpoort: kōrpōrt (Lummen), mesthofpoort: męsthǫfpōt (Spalbeek), opvaart: op˲vārt (Maaseik), op˲vǭrt (Milsbeek, ... ), ǫp˲vãt (Borgloon), ǫp˲vārt (Baarlo, ... ), ǫp˲vǭ.(r)t (Tongeren), plaatspoort: plātsport (Montfort), poort: [poort] (Aldeneik, ... ), pǭts (Bocholtz), poort aan de straatkant: pōrt ān dǝ strǭtkā.nt (Lanaken), poort voor: pu̯øt ˲vē̜ ̞r (Rosmeer), straatpoort: štrǭtpǭrt (Klimmen), vaarpoort: vārpōrt (Heugem), veldpoort: vɛltpǫrt (Bree  [(aan de achterkant van het erf)]  ), voorpoort: vi̯ørpu̯ǫt (Val-Meer), vi̯ø̜rpu̯ø̜t (Zichen-Zussen-Bolder), vø̄rpǭrt (Guttecoven), vērpǭrt (Kiewit), vęi̯rpǫrt (Bree), voorste poort: vērstǝ pōrt (Hasselt), winningepoort: weneŋǝpǭi̯t (Mal) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6