e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
graan verminderen (de) graanklopper tegenhouden: grǭnklǫpǝr tēgǝhōn (Lummen), afhouden: afhouden (Gennep), āfhaldǝ (Leunen), āfhǭjǝ (Thorn), afremmen: āfrɛmǝ (Einighausen, ... ), bakje hoger zetten: bekskǝ hōgǝr zętǝ (Hoeselt), een schakel omhoog draaien: nǝ šǫkǝl ǝmux [draaien] (Bilzen), fijner zetten: finǝr zętǝ (As, ... ), hoger zetten: hū.gǝr zętǝ (Maastricht), lichten: lextǝ (Maaseik), lixtǝ (Rutten, ... ), losser zetten: lǫsǝr zętǝ (Kanne), min zetten: men zętǝ (Alken), minder geven: mendǝr gēǝvǝ (Berlingen, ... ), mendǝr gę̄.vǝ (Lanaken), męndǝr gēǝvǝ (Groot-Gelmen, ... ), minder grein geven: menǝr grɛ̄n gēǝvǝ (Kermt, ... ), męndǝr grɛǝn gēǝvǝ (Bilzen), minder in laten vallen: mendǝr en lǭtǝ valǝ (Meijel), minder keuren: mendǝr kø̄rǝ (Molenbeersel), minder laten vallen: mendǝr luǝtǝ valǝ (Gutschoven), minder lopen: mendǝr lő̜wpǝ (Bommershoven, ... ), męndǝr luǝpǝ (Ordingen), minder zetten: mendǝr zętǝ (Broekom, ... ), omhoog trekken: omhoog trekken (Lummen, ... ), opdraaien: ǫp˱drējǝ (Kaulille), ophouden: ǫphājǝ (Herten), opleggen: oplɛgǝ (Meijel), ǫplęgǝ (Maxet, ... ), ǫplę̄gǝ (Neeritter, ... ), schoen oplichten: šōn ǫplextǝ (Susteren), schoen optrekken: sxūn uptrɛʔǝ (Tessenderlo), stiller lopen: stelǝr lowpǝ (Kortessem), strakken: strakken (Paal), strekken: strekken (Lummen), vooruit zetten: vørū.t ˲zętǝ (Sluizen), vǝrū.t ˲zętǝ (Lanaken, ... ), weinig geven: wɛjnex ˲gēǝvǝ (Haren), weiniger geven: wē.nǝgǝr gę̄.vǝ (Tongeren), weiniger lopen: wɛjnegǝr lő̜wpǝ (Berlingen), {het schoen} hoger trekken: hugǝr trękǝ (Diepenbeek), {het schoen} lichten: lextǝ (Berbroek, ... ), {het schoen} trekken: trękǝn (Diepenbeek) De graantoevoer remmen als de steen teveel krijgt. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛde graantoevoer regelenɛ.' [N O, 36k; Vds 152; Jan 159; Coe 140; Grof 162; N O, 19m add.] II-3