e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote boerderij boerderij: [boerderij] (Borgloon, ... ), boerderij van vijf paarden: [boerderij] van vē̜ ̞.f pi̯at (Sint-Truiden), boerengeleg: burǝgǝlɛx (Peer), boerenhof: burǝnhof (Blerick, ... ), burǝnhǫu̯f (Hout-Blerick), burǝnhǭf (Neer, ... ), boerenplaats: burǝplāts (Arcen), dikke boerderij: dikke boerderij (Sint-Truiden), ferm gedoe: fɛrǝm gǝdyi̯ (Hamont), ferme boerderij: ferme boerderij (Zonhoven), geleg: gǝliǝx (Alken, ... ), gǝlēf (Oostham), gǝlēt (Bocholt), gǝlēx (Achel, ... ), gǝlēǝx (Diepenbeek, ... ), gǝlęi̯x (Bocholt, ... ), gǝlīǝx (Borgloon, ... ), gǝlɛx (Berverlo, ... ), gǝlɛ̄x (Bree, ... ), goed: gōt (Beringe, ... ), groot bedrijf: grōǝt bǝdrīf (Lottum), groot boerending: grūǝt būrǝdeŋk (Koningsbosch), groot boerengedoe: grote boerengedoe (Lanaken), groot geleg: gruǝt gǝlɛx (Opitter), grǫu̯t gǝlīǝx (Gutschoven), groot goed: grot gōt (Putbroek), grūt gōt (Borgharen), grote boerderij: gruǝtǝ [boerderij] (Achel), grōtǝ [boerderij] (Kleine-Brogel, ... ), grūtǝ [boerderij] (Herk-de-Stad, ... ), grote doening: grote doening (Ulbeek), grote hof: grote hof (Stevensweert), gruǝtǝ hōf (Opitter), grū.tǝ hō.f (Putbroek), grūtǝn ōf (Eisden), grote plaats: grǫu̯tǝ plāts (Bocholt), halvert: halvert (Venlo  [(minstens 50 ha)]  ), halving: hālfeŋ (Borgharen  [(middelgroot tot groot bedrijf)]  ), hoeve: huf (Berverlo, ... ), hūf (Oostham, ... ), hūǝf (Gronsveld), hǫu̯vǝ (Lummen), ūf (Maaseik), hof: hof (Arcen, ... ), hōf (Borgharen, ... ), hōǝf (Heel), hǫ.f (s-Gravenvoeren), hǫf (Merselo, ... ), hǭ.f (Sint-Martens-Voeren, ... ), hǭf (Beek, ... ), ōf (Eisden), hofstede: hofstē (Blerick), paardsplaats: pērtsplāts (Neeroeteren  [(itt ossenplaatsje)]  ), plaats: plats (Merselo, ... ), winning: vęneŋ (Zutendaal), weneŋ (Beringen, ... ), węneŋ ('S-Herenelderen, ... ) Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22] I-6