e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hooi harken beteenscharren: bǝt˱iǝnsxē̜rǝ (Duras), bijeendoen: biē̜dū (Nuth), bijeenharken: bei̯īǝnhɛ̄rǝkǝn (Arcen), bijeenkemmen: bięi̯nkɛmǝ (Valkenburg), bijeenreken: bii̯ē̜rē̜kǝ (Voerendaal), bięi̯nrē̜kǝ (Vaesrade), bijeenscharren: bięi̯nšɛrǝ (Thorn), gritselen: gre ̝tsǝlǝ (Vorsen), gretsǝlǝ (Aalst, ... ), gretsǝlǝn (Hasselt, ... ), gri ̞tsǝlǝ (Neerwinden), gritsǝlǝ (Lauw, ... ), harken: hē̜rǝkǝn (Lottum), hɛrǝkǝ (Baarlo, ... ), hɛ̄ ̝rǝkǝ (Leunen, ... ), hɛ̄ ̝rǝkǝn (Arcen, ... ), hɛ̄rǝkǝn (Heijen), hooien: [hooien] (Afferden, ... ), inscharren: inšārǝ (Sint-Huibrechts-Hern), kemmen: kø̜.mǝ (Meeswijk), kø̜mǝ (Boorsem, ... ), kø̜mǝn (Dilsen, ... ), kɛmǝ (Amby, ... ), kratsen: kratsǝ (Herten, ... ), meteenscharren: mǝtē.nšārǝ (Rutten), nascharren: nuǝšɛ̄rǝ (Guigoven), opreken: ǫprē̜.kǝ (Werm), opscharren: upsxɛ̄rǝ (Halen), optrekken: ǫptrękǝ (Vechmaal), reken: rāi̯šǝ (Eynatten), rē ̞kǝ (Zichen-Zussen-Bolder), rēkǝ (Heerlen, ... ), rē̜ ̝kǝ (Kanne), rē̜.kǝ (Genk, ... ), rē̜i̯šǝ (Vaals), rē̜kǝ (As, ... ), rē̜kǝn (Stein), rē̜ǝkǝ (Mheer, ... ), rīǝkǝ (Maaseik, ... ), rijven: rijven (Kermt), scharren: skē̜rǝ (Heks), sxarǝ (Bree, ... ), sxarǝn (Wanssum), sxārǝ (Berverlo, ... ), sxārǝn (Peer), sxē̜ ̞rǝ (Bommershoven), sxē̜rǝ (Aalst, ... ), sxē̜ǝ.rǝ (Wijer), sxē̜ǝrǝ (Alken, ... ), sxǫǝren (Lommel), sxɛrǝ (Hushoven, ... ), sxɛ̄ ̝rǝ (Gelinden), sxɛ̄rǝ (Berbroek, ... ), sxɛ̄rǝn (Hamont, ... ), sxɛ̄ǝrǝ (Kuringen), šarǝ (Elen, ... ), šā ̝rǝ (Tongeren), šārǝ ('S-Herenelderen, ... ), šē̜rǝ (Jesseren, ... ), šɛrǝ (Baexem, ... ), šɛ̄rǝ (Gors-Opleeuw, ... ) Het werken met de houten hooihark, zwelen. Zie ook de lemma''s over het bijeenwerken van de rijen en de huikelingen in de volgende paragraaf. Het object van de werkwoorden is steeds "het gemaaide gras", "hooi . Voor de fonetische documentatie van het woordtype hooien zie het lemma ''hooien''. [JG 1a, 1b; A 28, 1d; Lu 6, 1d] I-3