e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inzakken of inzakking barst: bǭrs (Rekem), bederven: bederven (Genk), beschimmeld: beschimmeld (Genk), daal slaan: dāǝlslǫn (Zepperen), ingeslagen: engǝšlāgǝ (Herten), ingevallen: engǝvalǝ (Sint-Truiden), ingevallen brood: engǝvalǝ brūt (Bocholt), juffrouw: juffrouw (Heythuysen), kuil: kǭjl (Oost-Maarland), lok: lōk (Geleen), neergeslagen brood: nērgǝšlāgǝ bruǝt (Tegelen), neerslaan: nīrslǭn (Tungelroy), niet goed opgebold: ni gut opgǝbǫlt (Mal), niet ingewerkt: net egǝwerkt (Eys), opmaakfout: opmǫkfǫwt (Stein), paardsrug: pęrtsrøx (Ottersum), reten binnen in het brood: riǝtǝ benǝ in ǝt brut (Gronsveld), rug in het brood: røk en ǝt brūt (Kaalheide), scheuren: (het brood is) gǝšø̄rt (Maastricht), šø̄rǝ (Brunssum, ... ), slecht opdraaien: (het brood is) slɛx opǝdriǝt (Amstenrade), slecht slot: šlē̜x šlō.t (Panningen), šlē̜xt šlō.t (Panningen), slechte opmaak: slɛxtǝ opmāk (Hout-Blerick), te lang laten rijzen: tǝ laŋ løtǝ rejzǝ (Mal), te sterk ingang: tǝ štɛrk en gāŋk (Wittem), verzakking: verzakking (Beek), zadel: zāl (Heythuysen), zadelrug: zālrøx (Reuver), zālrø̜k (Melick), zak: zak (Voerendaal), zakken: zakt (Kwaadmechelen) Het inzakken of de inzakking van het brood, ontstaan doordat de deegpunten niet over elkaar vallen. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 71; monogr.] II-1