| 21022 |
koken |
bradselen:
bradzjele (L423p Stokkem),
koken:
kawkǝ (L387p Posterholt),
koake (L423p Stokkem),
koken (L250p Arcen, ...
Q095p Maastricht),
koǝkǝ (Q078p Wellen),
ky.kə (L364p Meeuwen),
kyw.kǝ (L362p Opitter),
kōkǝ (P120p Alken, ...
Q095p Maastricht,
L290p Panningen,
L318p Stramproy,
L318p Stramproy,
L210p Venray),
kōkǝn (P180p Kerkom),
kǭkǝ (L325p Horn, ...
Q032p Schinnen,
Q101p Valkenburg),
kǭkǝn (L294p Neer),
Kokenden olie ¯t water koke
koke (Q095p Maastricht),
meestal kuòkdë soms wel kòkdë
kuòkë (Q162p Tongeren),
koken met zeep:
kōkǝ męt zɛjp (L318p Stramproy),
opkoken:
opkǭkǝ (Q032p Schinnen)
|
De hoofdwort en/of de nawort in de wortketel koken. Volgens de respondent uit L 325 duurde dit proces twee uur. [N 35, 42; monogr.] || Door koken van de stoffen plooien en spanningen uit weefsel wegnemen. Volgens de informant van L 318 gebeurt dit koken met ø̄brūn zɛjpø̄, bruine zeep.' [N 39, 146] || door verhitting in een bepaalde toestand komen, brengen || koken
II-2, II-7, III-2-3
|