e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ongehuwd samenleven aandoen: aandoen (Eksel), aanhouden: aan(h)auwe (Stokkem), aanhagen (Hoensbroek), aanhauwe (Maaseik), aanhouen (Eksel), oaanhage met iemes (Eigenbilzen), oanhagen (Diepenbeek), aanhouden met iemand (bèt aa.ner vroolie)  ao.ën(h)aage (Zonhoven), cf. VD s.v. "aanhouden II"4. (gew.) met iemand aanhouden = zonder huwelijk met iemand samenwonen  oanhage (Wellen), slecht leesbaar vero  ao.nhoon (Zolder), vb. "hij hield aan bij Jan zijn vrouw"; cf. Tuerlinckx: ook : "verloofd zijn"en "ongeoorloofde betrekking hebben  aoən(h)àə (Niel-bij-St.-Truiden), achter de heg getrouwd zijn: achter de heg getrowd zien (Castenray, ... ), beteen hokken: denigrerend  betee.n hokke (Gors-Opleeuw), beteen huizen: ze hauze betèin (Tongeren), neutraal  betee.n hööjze (Gors-Opleeuw), beteen wonen: se waunne betieën (Vorsen), beteen zitten: zei zitte zoe ma bètéén (Genk), bij mekaar zitten: bij mekaar zitte (Venray), bijeen hoddelen: bijéen hôeddëlë (Hoeselt), bijeen hokken: beiee hokke (Waubach, ... ), bie ein hokken (Stein), bie èèn hoeke (Noorbeek, ... ), biejeinhokke (Thorn), bieënhokke (Kaulille), bijeen huizen: biejèe houjze (Kanne), bjèjnhówze (As), bijeen liggen: beejəneeliGGə (Heerlen), bei ee likken (Eys), bei ein ligge (Vlodrop), bi-jjein likge (Mechelen-aan-de-Maas), bie ein ligge (Neeroeteren), bie-ein liegke (Valkenburg, ... ), bie-ein likgə (Guttecoven), biej ein liGə (Kapel-in-t-Zand), biejee liejə (Epen), biejein liegke (Klimmen, ... ), biejein liggen (Geistingen), biejein likge (Thorn), bii̯ē.l‧iqə (Ingber), bij ee ligke (Kerkrade), bijeejeleëje (Bleijerheide, ... ), bijee’ligke (Bleijerheide, ... ), bijēē lĭgge (Nieuwenhagen, ... ), bĭjjēēliGGə (Nieuwenhagen), b‧eͅi̯ē.l‧iqə (Eys), loog bijee (Bleijerheide, ... ), ze liGGe bijee (Kunrade), ps. de beide ^ moeten eigenlijk boven de beide gs staan, maar deze combinatieletters kan ik niet maken!  bieèe lie^g^ge (Gulpen), bijeen wonen: bieën wónnen (Eksel), bīē-ijnwūūnə (Opglabbeek), bīē.nwōē.ne (Zolder), zoemer bien woone (Houthalen), cf. VD s.v. "concubinaat"= buitenechtelijke samenleving van enige duur van man en vrouw  bijeen wonen (Leopoldsburg), bijeen zitten: bedeen zitte (Hoeselt), bediejn gezete (Jeuk), bedieën zitte (Sint-Truiden), beijezitten (Heers), bi-jein zitte(n) (Rekem), bie-jen zitten (Eksel), biej ein zittə (Kapel-in-t-Zand), biejeinzitte (Bocholt), bieë zitte (Zonhoven), bieën zitten (Eksel), bijèèn zitten (Eigenbilzen), biënzitte (Houthalen), ze zitte bijeen (Eigenbilzen), ze zitte zuu mè bi-jein (Bree), zitten bijeen (Zonhoven), (aanhouden).  zitten bijèèn (Eigenbilzen), bijeenkruipen: bie een kroepen (Klimmen, ... ), bie eë gekroŏpe (Ingber), bijzitten: biezitten (Zonhoven), béézittə (Loksbergen), buitenechtelijk samenleven: boeteegtelik samenlaeve (Roermond), concubinaat: concubinaat (Gulpen, ... ), concubinaot (Maastricht), een vrouw op de pof hebben: en vrouw op de poof hebbe (Meijel), geplakt zijn: vermoedelijk u maar slecht leesbaar  die zunt geplakt (s-Gravenvoeren), hoddelen: hoddele (Amby), hoddel’n (Diepenbeek), hóddele (Maastricht), vaak (ik weet niet precies wat invuller hiermee bedoelt en of het wel bij deze vraag hoort).  hoddelen (Stein), hokken: dèn hokt mit en ânder (Oirlo), hoeken (Beesel), hokke (Blerick, ... ), hokken (Achel, ... ), hokkə (Beesel, ... ), hōkkə (Maastricht), hŏkkə (Nieuwenhagen), hoͅkə (Meijel), hòkke (As, ... ), hòkkə (Heel, ... ), hókke (Maastricht), hókkə (Heerlen), hôkke (Ell), (aanhagen).  dei hokken (Eigenbilzen), Soms noemt men het zo.  hoeke (Maastricht), huizen: hauzë (Hoeselt), hawze (Hoeselt), ze huizĕ (Vlijtingen), zë hauzë (Tongeren), huizeren: hoezeren (Geleen), in ongunstige zin  hoezee’re (Tegelen), in concubinaat leven: in concubinaat leve (Maastricht), intiem leven: intiem laeve (Hoensbroek), koddelen: koedele (Vaals), koteren: keuteren (koteren)  keu.tere (Zonhoven), meteen huizen: meteen houzen (Eigenbilzen), mètein hauze (Tongeren), mètèin hauzë (Tongeren), zë hauzë mētèin (Tongeren), die huizen (wonen) met elkaar  dy houzen metean (Eigenbilzen), meteen huizeren: mit ein hoezeere (Montfort), meteen ophouden: met ein ophauwe (Itteren), meteen zitten: meteen zitte (Lauw), meteen zitten (Lauw), nesten: néste (Sint-Truiden), ongetrouwd bijeen liggen: ən ongətrowt bejēlijə (Montzen), ongetrouwd samenleven: ongetrouwd same lève (Nuth/Aalbeek), ophouden: ophawwe (Maastricht), over de stek getrouwd zijn: stek is rolrond stuk hout; vb.: vroeger sliepen de hennen op stekken, nou op draad  over de sték getrouwd zijn (Meeswijk), samen houden (het): ⁄t same hawwe (Maastricht), samenhobbelen: same höbbele (Maaseik), samenhoddelen: same hóddele (Susteren), samenhokken: saame hokke (Neer), same hokke (Gulpen, ... ), samen hokke (Bree, ... ), samenhokke (Tienray), samenhokken (Ophoven, ... ), sààməhòkkə (Venlo), samenhuizen: same hoe-ze (Nunhem), samen hoezen (Heythuysen), samən hoezən (Urmond), samenhuizen  samenhòwze (Maaseik), samenhuizeren: same hoezere (Klimmen, ... ), samen hoezeren (Geleen), samenleven: die laeve same (Oirlo), saamu leĕvu (Brunssum), same laeve (Klimmen, ... ), samen lève (Bree), samenlaeving (Baarlo), samenliggen: same lieggke (Gulpen), same lighe (Hoensbroek), samenwonen: samen woenen (Geistingen), samen wune (Bree), samenwoene (Maastricht), samenwoenen (Rekem), samenwonen (Alken), soame wùnne (Zutendaal, ... ), zich ophouden met -: zich op hawe met (Lutterade), zich ophaoje mit (Echt/Gebroek), zich ophouwe met (Terlinden) buitenechtelijke betrekkingen onderhouden || buitenechtelijke liefdesbetrekking hebben || een buitenechtelijke relatie hebben || een concubinaat, een buitenechtelijke samenleving van man en vrouw, gedurende enige tijd [N 96D (1989)] || minnaar; iemand met wie een vrouw leeft zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [minnaar] [N 115 (2003)] || ongehuwd samenwonen || ongeoorloofd samenleven || onwettig samenleven || onwettig, b.v. buitenechtelijk omgaan || samenhokken || samenleven van man en vrouw zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [meuken, jennen] [N 115 (2003)], [N 86 (1981)] III-2-2