e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rand van een hoed boord: baord (Klimmen), bjoət (Vliermaal), bōͅRt (Hasselt), buoit (Tongeren), buurd (Bree), bŭ.ad (Opheers), bôôrd (Mechelen, ... ), Boord?  bōͅR (Tongeren), kant: ka:nt (Wintershoven), kant (Halen, ... ), kānt (Diepenbeek, ... ), keͅnt (Donk (bij Herk-de-Stad)), kloof: klaif (Mal), kremp: kremp (Kerkrade), luif: leuf (Brunssum, ... ), leͅif (Bree), līf (Opglabbeek), loͅjf (Kaulille), luf (Val-Meer), luif (Aldeneik, ... ), lyf (Zichen-Zussen-Bolder), löf (Hoensbroek), løyf (Maaseik), løͅf (Teuven), løͅujf (Stokkem), løͅyf (Boorsem, ... ), løͅyf(kə) (Bocholt), lûif (Gronsveld), Zie ook afb. p. 244: hood mèt luif.  luif (Maastricht), luifel: leufel (Weert), luifel (Klimmen), luufel (Mesch), luuffel (Blerick), rand: hoote rand (Hoensbroek), Ra.ŋk (Tongeren), raand (Diepenbeek, ... ), raank (van der hood) (Bocholtz), rand (Achel, ... ), rand van den hoed (Beverlo), rand` (Ophoven), randj (Munstergeleen, ... ), rangk (Borlo, ... ), rank (Baarlo, ... ), rank v.d. hood (Schimmert), rant (Beringen, ... ), raŋk (Borgloon, ... ), raənt (Velm), rānd (Borgharen, ... ), rānt (Opheers, ... ), rāŋk (Boekt/Heikant), rànd (Hechtel), rând (Oirlo), B.v. Hoed met een brede rand.  rānt (Hamont), vgl. rànk.  ràand (Tongeren) [luif*]: (vooruitstekende) rand van de hoed || deuk in een hoed [dömpel] [N 25 (1964)] || Hoe noemt men de rand van de hoed? [N 45 (1972)] || luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] || rand || rand (van hoed) || rand van de hoed || rand van den hoed || rand van een hoed [N 25 (1964)] || rand van een hoed, luifel || rand van hoed III-1-3