e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruiten in het kaartspel kemmen: kemme (Zichen-Zussen-Bolder), kemme oos (Zichen-Zussen-Bolder), kemmen nwös (Val-Meer), [Informatie van red. RK]  kémme (Riemst, ... ), de kleuren: hatte, kemme, klaovere, sjöppe  kemme (Kanne), dit zeggen de ouderen  kemmen aos (Kanne), kleuf?: kläof (Waubach), koeken: koek oas (Wellen), koek`ke (Sint-Truiden), koeka (Koninksem), koeke (Achel, ... ), koeke`n aoës (Velm), koeken (Achel, ... ), koeken aos (Eksel, ... ), koeken oaës (Bilzen), koekke (Hoeselt, ... ), koekken aos (Oostham), koekə (Hasselt, ... ), koĕken oas (Mielen-boven-Aalst), koke (Sint-Truiden), koken (Bree, ... ), koken ōs (Genk), kokke (Genk, ... ), kokken (Diepenbeek, ... ), kokken aas (Houthalen), kokken hoas (Heusden), kokken oos (Kuringen), kokken ø͂ͅs (Linde), kokə (Diepenbeek, ... ), kokən (Diepenbeek, ... ), kooəkə (Wellen), kouke (Wilderen), koəkə (Velm), kŏkə (Opglabbeek), kŏokən ooəs (Kermt), kueke (Alken), kuka nâs (Koninksem), kuken ōəs (Bilzen), kukke (Eigenbilzen), kukə (Guigoven, ... ), kukə boər (Hasselt, ... ), kukə oas (Riksingen), kukən ois (Vliermaal), kukən oəs (Sint-Truiden), kukən ōəs (Bommershoven), kukən ōͅs (Loksbergen), kukən uos (Martenslinde), kukɛn (Overpelt), kuəkə (Alken), kūkən uəs (Hoepertingen), kŭʔən ōͅs (Tessenderlo), kòke (Zolder), kókke (Diepenbeek, ... ), kôkken (Peer), cfr Frans: une couque  kouke (Sint-Truiden), de n staat tussen haakjes  koeken (Neerpelt), doffe o  kok-ke (Peer), Ich heb den aas van koeken.  kuk[ə} (Niel-bij-St.-Truiden), Koeken is troef.  ku?ən (Lommel), Koeken uitspelen.  kukə (Hamont), Kùke war troef.  kùke (Beverlo), met sleuren wordt bedoeld een lagere kaart uitspelen met de bedoeling de slag toch binnen te halen met zowel die kaart als met de hoogste kaart die je ook in je bezit hebt.  koeke (Tessenderlo), na de o staat bovenaan een kleine o  kokən ōͅəs (Peer), p. 9: In sommige gevallen wordt in Oud-Belgisch-Limburg een algemeen Zuidnederlands woord ingevoerd (ten koste van een algemeen Noordnederlands): [b.v.] koeken aas (ruiten aas).  koeken aas (Boorsem, ... ), spelling: "koeken  ku’ən (Lommel), spelling: koeken  kukə (Hasselt), Ss. kòkkenaoës: ruitenaas.  kòkke (Zonhoven), Sub kaartspel : spel kaarten : 52 stuks.  kùke (Beverlo), Sub kóek, (4).  kóeke (Sint-Truiden), Sub ruit, (2).  koeke (Hasselt), tussen de o en de kk staat bovenaan een kleine u  kokken aos (Wijchmaal), volledig antwoord op de vraag ruiten aas??  kuk ues (Gelinden), Vurwa spil-d-er kùke èn gin klê"vere?  kùke (Beverlo), Z.o. Cajot, R.L.T.  koekkë (Tongeren), ruiten: `rū.tə (Gemmenich), r"tə (Bree), rauten (Maaseik), ro^ete (Grubbenvorst), roeete (Nederweert), roete (Achel, ... ), roete aos (Mheer), roete oas (Helden/Everlo, ... ), roete ous (Welkenraedt), roeten (Kaulille, ... ), roeten aast (Bingelrade), roeten aos (Amby, ... ), roeten aost (Echt/Gebroek, ... ), roeten as (Sevenum, ... ), roeten haost (Horn), roeten hoas (Grevenbicht/Papenhoven), roeten hoast (Heel, ... ), roeten oas (Amby, ... ), roeten oast (Buggenum, ... ), roeten âos (Genooi/Ohé, ... ), roeten-oas (Heerlen, ... ), roetenaos (Nederweert), roetenhaost (Nederweert), roetenhoas (Beegden, ... ), roetenhoast (Beegden, ... ), roetenoas (Buchten, ... ), roetenoasch (Eijsden), roete⁄n oas (Einighausen), roetə (Berg-en-Terblijt), roetən oas (Lanklaar, ... ), roe͂tə (Geistingen), route (Maaseik), routen oaës (Bilzen), rowətən ōͅs (Zonhoven), roète (Venlo), roéte (Tegelen), roête (Venlo), roëte (Sevenum), roətə (Dilsen), rōertə (Meterik), rōete (Beesel, ... ), rōēte (Hamont, ... ), rōēte oas (Rimburg), rōēten as (Horst, ... ), rōēten oas (Heer, ... ), rōētenoas (Asenray/Maalbroek), roͅwtən (Maaseik), ruite (Meeuwen), ruiten (Beesel, ... ), ruitə (Waubach), rute (Venray), rute oas (Leunen), ruten oas (Blitterswijck, ... ), rutje (Meijel, ... ), rutə (Dilsen, ... ), rutən hōās (Sint-Huibrechts-Lille), rutən ōͅs (Hamont, ... ), rutən ōͅst (Rotem), rutən oͅs (Molenbeersel), rutən oͅəs (Sint-Huibrechts-Lille), ruute (Gennep, ... ), ruuten oas (Well), ruutenoas (Meerlo), rūten aos (Neeroeteren), rūtən ōͅs (Maastricht, ... ), rŭute (Venray), rŭŭten oas (Venray, ... ), rŭŭtenoas (Gennep), ry:tə (Beek (bij Bree)), rôten (Maaseik), rø͂ͅten oas (Griendtsveen), rûten ōs (Montzen), rüte noas (Oirlo), rüten oas (Afferden), rütte (Meerlo, ... ), rütten oas (Heijen), rütə (Opglabbeek), #NAME?  roete (Kerkrade), (In de) roete speule; - is trouf; iech had mer ein roete (of: roet) mie, en zijj had nog vief roetes (of: vief roete wat moot iech mèt zoen ónnuzel rutensje doen: zwak ruitenspel, z. schoppen I.  roete (Maastricht), 108 B.IIa  roetəboer (Roermond), 108 B.IIb  roetənao:s (Roermond), B.v. roête dam.  roête (Tungelroy), de extra "e"maakt de klank langer  roeete (Cadier), de n staat tussen haakjes  roeten (Neeroeteren), dit zeggen de jongeren  roeten aos (Kanne), oe"is lang  roeten (Arcen), oe"is langgerekt  roete (Herten (bij Roermond)), oe"lang uitgesproken  roete (Mheer, ... ), Opm. o netals Fr. woord mon.  roeten os (Epen), Roete is troef; ich had maar twee roetes; det lèste ruutje kos ich aaftroeve.  rōēte (Roermond), Ss. ruiteboer, -heer.  rytə (Meeuwen), Sub kaarte.  roête (Weert), Sub roe:t.  roet`boor (Bocholt), Sub roèt: 2. ik kaart roète Ik kaart ruiten.  roète (Venlo), Sub ruit, (3).  ruiten (Meeswijk), Sub ruit, ss. roeteboer [ruitenboer]; roete-aos.  roete (Posterholt), uitrpraak als roe-oete  roête (Mechelen-aan-de-Maas), uitspraak: "roete  ruiten (Geistingen) (Kaarttermen): Ruiten. || **Koeken1: Ruiten in het kaartspel. || / [SND (2006)] || 1. Ruiten in het kaartspel. || 2. Ruiten (in kaartspel). || [I]. (Kaartspel). [Ruiten]. || [Ruiten in kaartspel]. || [Ruiten]. || Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] || Bij kaartspel. || Boer: ruiten boer. [ZND m] || Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - III. Ruiten. [DC 52 (1977)] || I. Ruiten (bij het kaartspel). || I. Ruiten (kaartspel). || Kaarttermen: Ruiten (koeken). || Koek[en]: 3. Ruiten. || Koeken (kaartspel). || Koeken: (Kaartsp.) ruiten. || Koeken: (kaartspel) ruiten. || Koeken: ruiten (kaartspel). || ruiten [SND (2006)] || Ruiten (bij kaartspel). || Ruiten (kaart). || Ruiten (kaartspel). || Ruiten (kaartterm). || Ruiten (speelkaarten). || Ruiten bij het kaartspel. || Ruiten in het kaartspel. || Ruiten. || Ruiten: een der vier figuren van het kaartspel; de kaart. || Ruiten: ruiten aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] || Ruiten: ruiten aas. || Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)] || Ruiten: Ruiten boer (in het kaartspel). [ZND 42 (1943)] || Ruiten: ruiten, kleur bij het kaartspel. || Ruiten: ruiten. || Ruiten: één der vier figuren op de speelkaart. || Ruitenaas. || Ruitenboer (kaartspel). || Ruitenboer. [ZND m] || Ruitenboer: ruiten. || Ruute: 1. (Kartensp.) Karo; 2. Spielkarte mit Karo als Farbe. || Éen van de vier figuren bij het kaartspel. III-3-2