e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tegelijkertijd galopperen en draven (op een) kattefak (lopen): katǝfak (Swalmen), doorbreken: dø̄rbrēkǝ (Zelem), doorlopen: dørǝxlōpǝ (Heerlerheide), doorslaan: dōrslǭn (Swalmen), driespringer: drišpręŋgǝr (Sittard  [(paard dat de driesprong maakt)]  ), driesprong (maken): drišprøŋk (Hoensbroek), drēi̯šprøŋk (Panningen), dręi̯šprøŋk (Kerkrade), driesprong maken: drišprøŋk mākǝ (Klimmen), dręi̯šptøŋk mǭǝkǝ (Gronsveld), fetteren: fɛtǝrǝ (Heerlen, ... ), flouteren: flǫu̯tǝrǝ (Maasniel), hondsdraf: hǫnsdraf (Hoepertingen  [(onregelmatige stap)]  ), jekken: jekken (Roermond), ketteren: kɛdǝrǝ (Montfort), kɛtǝrǝ (Sevenum), klabatteren: klabatǝrǝ (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), klabatǝrǝn (Montfort), klabeteren: klabǝtērǝn (Urmond), klabetteren: klabɛtǝrǝ (Meeswijk, ... ), klabieteren: klabitǝrǝ (Gemmenich  [(draven met tussenslag)]  , ... ), klābitǝrǝ (Mechelen), klabodderen: klabǫdǝrǝn (Achel  [(zeer wild lopen)]  ), klavatsen: kǝlavatsǝ (Neeroeteren  [(wild lopen en de hoeven met veel lawaai op de grond ploffen)]  ), klavetteren: klavętǝrǝ (Neeritter, ... ), klǝvętǝrǝ (Nederweert), klawieteren: klawitǝrǝ (Rummen  [(snel lopen met de vier poten tegelijkertijd)]  ), klawitǝrǝn (Lommel), kletteren: klɛtǝrǝ (Opglabbeek, ... ), korte galop: kǫrtǝ gǝlǫp (Maastricht), overslaan: ø̜i̯vǝrslǫǝn (Herk-de-Stad), springen: spręŋǝ (Niel-Bij-Sint-Truiden), springer: spreŋǝr (Meeswijk), spręŋǝr (Hasselt), wild galopperen: wild galopperen (Gingelom) Gelijktijdig galopperen en draven, bijv. met de voorpoten galopperen en met de achterbenen draven, ofwel afwisselend draven en galopperen. De correspondenten kennen hiervoor weinig specifieke woorden: enkel fetteren en springen. Er komen wel een aantal klanknabootsende woorden voor in de betekenis "snel, wild lopen". [N 8, 20, 81c en 81e] I-9