e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vloeistof in de slijpbus azijn: a`zī.n (Elen, ... ), a`zīn (Veldwezelt), edik: (j)iɛk ('S-Herenelderen, ... ), iɛk (Diets-Heur, ... ), jęk (Martenslinde, ... ), ēk (Lauw), ęi̯k (Bommershoven, ... ), īɛk (Waltwilder), eetje: ētšǝ (Hees, ... ), ē̜tjšǝ (Meeswijk), ē̜tjǝ (Lanklaar, ... ), ē̜tjǝn (Leut, ... ), ē̜tšǝ (Berg / Terblijt, ... ), ˙ɛ̄tšǝ (s-Gravenvoeren), essig: ę.sǝx (Sint-Martens-Voeren, ... ), ęsix (Holtum, ... ), ęsęx (Hoensbroek), water: wę.tǝr (Borgloon, ... ) Behalve in water, of ook urine (in L 371 opgegeven), werd de wetsteen vaak in azijn bewaard, om de vettigheid van de grond en van het slijpsel van de zeis of de zicht te houden; vaak werd de azijn dan aangelengd met water; dit geldt voor: azijn L 370, 419, Q9; edik Q 240, 152, 157a, 160, 161, 164, 166, Q 84, Q 155, 162, 163, 168, 168a, 182, 241, Q89; eetje Q 10, 171, 175, 423, 424, Q 8, 9, L 420, Q6. Soms stak men wat stro in de slijpbus opdat de steen dan wat steviger erin bleef zitten en niet onder het maaien uit de slijpbus viel. Voor P 176 en 220 werd nog opgegeven dat men op de steen spuwde. Naast de hieronder als lemma verwerkte opgaven voor "azijn" werd over de gewoonte om azijn te gebruiken nog gewag gemaakt in de plaatsen L 270, 291, 326, 425, 427, Q 7, 33, 34, 35, 93, 96, 99, 99*, 111*, 0112, 112a, 117a, 119, 163, 170, 178, 193, 197, 197a en 204a. [JG 1b, add.] I-3