e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voegijzer met gekarteld blad figuurblad: fegȳrblāt (Montfort), figuurtruweel: vigyrtrawīl (Bevingen), getande truweel: gǝtāndǝ trøwēl (Lommel), karteltroffel: kartǝltrofǝl (Beek, ... ), kartǝltrufǝl (Klimmen), kartǝltrǫfǝl (Jabeek), kretsspaan: krɛtsšpān (Rothem), mortiezeeg: mǫrtizēx, mǫrtizɛ̄x (Beverst), mouilleerpaletje: moljǝrpálɛtjǝ (Mal), plamuurtruweeltje: plamȳrtrywīltšǝ (Kleine-Brogel), raseertroffel: rasērtrufǝl (Tegelen), raspijzer: rasp˱ęjzǝr (Sint-Truiden), schraaptroffel: šrāptrufǝl (Klimmen), sierijzer: sīrēzǝr (Wellen), siertroffel: sērtrofǝl (Munstergeleen), sērtrufǝl (Heerlen), trekker: trɛkǝr (Sint-Truiden), verzierungstroffel: vǝrtsīruŋstru.fǝl (Vaals), zeegpalet: zēxpalɛt (Sint-Truiden), zwaard: zwē̜rt (Stein) Voegijzer om specie tussen hardstenen aan te brengen. Zie ook afb. 45a. Van Houcke (pag. 423) merkt over dit type voegijzer op: ø̄Wanneer hardsteenen van gemiddelden omvang op elkander moeten staan, stelt men, meest droog, soms met eene kleine hoeveelheid mortel, den bovensten steen op houten spieën; zoo doende wordt deze steen, zonder moeite op de door het plan aangewezen plaats gezet: doch hij rust op geen mortelbed; met het voegijzer (plat getand ijzer) wordt de mortel op de gansche oppervlakte der laag gestoken en dit wel door het heen en weer te trekken tusschen de voeg.ø̄ In L 290 werd het voegijzer met gekarteld blad gebruikt voor 'siersmeerwerk' ('sēršmērwęrǝk'). Ook de woordtypen 'siertroffel' (Q 22, Q 113), 'verzierungstroffel' (Q 222) en 'sierijzer' (Q 78) wijzen daarop. [N 30, 8c; monogr.] II-9