e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorste keerstrook boven: bǭvǝ (Tegelen), boven op het stuk: bǭvǝ ǫp˱ ǝt štøk (Haelen), bovenste keerpunt: bǭvǝstǝ [keerpunt] (Blerick), bovenste voordel: bøę̄vǝstǝ [voordel] (Neer), bovenvoordel: bovǝ(n) [voordel] (Overpelt), bǭvǝ[voordel] (Heythuysen), kopvoordel: kǫp˲[voordel] (Heugem), navoordel: nǭu̯[voordel] (Maasmechelen), ondenvoordel: o ̝ŋǝ[voordel] (Oirsbeek), ondenvoorling: ōŋǝ[voorling] (Nieuwenhagen), onder aan het perceel: oŋǝr ān ǝt pǝrsēl (Maasniel), onderkop: o.ŋǝrkǫp (Melick  [(aan de weg gelegen)]  ), onderste hoofdpand: ǫndǝrstǝ [hoofdpand] (Hasselt), onderste voorhoofd: oŋǝrstǝ [voorhoofd] (Swalmen), onderste voorling: onǝrstǝ [voorling] (Opglabbeek), oŋǝrstǝ [voorling] (Kinrooi), øŋǝlstǝ [voorling] (Neeritter), ǫnǝrstǝ [voorling] (Oud-Winterslag), overste voordel: øvǝštǝ [voordel] (Bocholtz), øę̄vǝštǝ [voordel] (Ransdaal), voor: vø̄r (Tegelen), voordeel: vȳrdēl (Bleijerheide), voordel: ondǝrstǝ [voordel] (Tongeren, ... ), øndǝrštǝ [voordel] (Valkenburg), øŋǝrstǝ [voordel] (Maasbracht, ... ), øŋǝrštǝ [voordel] (Brunssum), øŋǝštǝ [voordel] (Beek, ... ), ø̜ndǝrstǝ [voordel] (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), ōndǝrstǝ [voordel] (Sint Pieter), vooreind: vø̜rę̄nt (Merselo, ... ), voorhoek: vø̄ ̞rhuk (Achel), voorhoofd: vø̄rhø̜i̯t (Baarlo), voorste eind: vørstǝ [eind] (Koersel, ... ), voorste hoofdbed: vørstǝ [hoofdbed] (Berverlo), voorste stuk: vø̜rstǝ stø̜k (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), voorste voordel: vi̯østǝ [voordel] (Tongeren), vøę̄rštǝ [voordel] (Cadier), vø̄rstǝ [voordel] (Buchten), vø̜rstǝ [voordel] (Tungelroy), vȳǝrstǝ [voordel] (Hushoven), voorste vooreind: vørstǝ [vooreind] (Horst), vø̄rstǝ [vooreind] (Mook, ... ), voorste voorhoofd: vøę̄rstǝ [voorhoofd] (Siebengewald), vø̄ ̞rstǝ [voorhoofd] (Kronenberg, ... ), voorste voorling: vø̄rstǝ [voorling] (Neeritter), vę̄rste [voorling] (Opglabbeek), voorvoordel: vø̄r[voordel] (Neerpelt) De wendakker die aan de akkeringang of aan de weg ligt of het dichtst bij huis gelegen is. Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het vorige lemma. [N 11, 51a; N 11A, a; A 33, 5] I-1