e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 2

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
fluiter? restant vogels: smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter  flēi̯tər (Beverst) III-4-1
fluiterd mulle grond:   flø̜i̯tǝrt (Neerpelt), tuinfluiter:   fluitert (Maastricht, ... ), witte kaas, wrongel:   fleutert (Gulpen, ... ), fliuitert (Maastricht), fluiterd (Maasbree, ... ), fluitert (Altweert, ... ), fluitərt (Caberg, ... ), fløͅi̯tərt (Blitterswijck, ... ), fløͅu̯tərt (Eupen), fruitert (Amby), E kumpke fluitert ¯nen dikke knap roggebroed mèt fluitert Ze smeerde dik boter en fluitert d¯rop  fluitert (Maastricht), Eigen phonetische  fluitərt (Valkenburg), Eigen syst.  fleuterd (Heerlen), Flötenkäse of quarkkäse, die de kooivogels kregen om ze aan ¯t fluiten te brengen  fluitert (Maastricht), Gezeefd door een zakje van katoen: fluitert.  fluitert (Maasbracht), Syst. Eykman  fløͅi̯tərt (America), Syst. Veldeke  fluitert (Roermond), Syst. WBD  fluitert (Limbricht, ... ), Syst. WBD Maar vr. 79 fluitert  fluutert (Maasniel), witte kaas, door de boerin vroeger zelf gemaakt. Zij werd gebruikt om op de boterham te smeren  fluitert (Buggenum) I-8, III-2-3, III-4-1