| 19978 |
blaffen |
bletsen:
blĕtsje (Q103p Berg en Terblijt)
|
blaffen [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 34145 |
herkauwen |
nirken:
nɛrkǝ (Q103p Berg en Terblijt)
|
Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.]
I-11
|
| 19784 |
hond |
hond:
hond (Q103p Berg en Terblijt)
|
hond [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 19826 |
kat |
kat:
kat (Q103p Berg en Terblijt)
|
kat [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 20005 |
konijn |
konijn:
knien (Q103p Berg en Terblijt)
|
konijn [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 19980 |
kwispelstaarten |
kwispelen:
met de sjtart
kwispele (Q103p Berg en Terblijt)
|
kwispelstaarten [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 34264 |
longen |
longen:
loŋǝ (Q103p Berg en Terblijt)
|
De longen of de long van het grootvee in het algemeen. [N 28, 88b]
I-11
|
| 19940 |
moer |
moer:
moor (Q103p Berg en Terblijt)
|
konijn, vrouwtje [DC 04 (1936)]
III-2-1
|
| 20122 |
muizen |
muizen:
moeze (Q103p Berg en Terblijt)
|
muizen (ww) [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 32697 |
ondiep ploegen |
effentjes ploegen:
ɛfǝkǝs [ploegen] (Q103p Berg en Terblijt)
|
De termen die in dit lemma zijn opgenomen, hebben met elkaar gemeen dat zij toepasselijk zijn op de een of andere manier van ondiep ploegen, waarbij de grond minder diep wordt losgesneden en ook veel minder wordt omgekeerd dan bij het ploegen van de zaaivoor het geval is. Men beploegt het land met een ondiepe en vaak ook brede voor a) als het de bewerking van een stoppelveld betreft (vergelijk het betrokken lemma); b) als in het late najaar een akker op de wintervoor gelegd moet worden (zie dat lemma), waarbij men mest oppervlakkig kan onderploegen (zie het betreffende lemma); c) bij de bewerking van braakland of van een hardliggende, met onkruid begroeide akker; d) als bij het scheuren van een weide eerst de grasmat wordt afgeploegd (vergelijk het lemma een weide scheuren). Voor deze manier van ploegen gebruikte men vroeger een eenscharige (voet)ploeg zonder voorschaar en vaak ook zonder kouter, later vooral een meerscharige ploeg met kleine scharen. Het land kon ook met de cultivator ondiep bewerkt worden. Voor de varianten die hieronder (geheel of deels) in de (...)-vorm zijn vermeld, zie men de lemmata ondiep en ploegen. [JG 1b; N 11, 45 + 47; N 11A, 108b + 109a; N P, 12 add.; A 20, 1b add.; monogr.]
I-1
|