23300 |
torenuurwerk |
kerkuur:
de kirch-oer (Q121a Chèvremont)
|
Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22025 |
tortelduif |
lachduif:
laach’doef (Q121a Chèvremont)
|
tortelduif
III-4-1
|
18917 |
traag |
traag:
troag (Q121a Chèvremont)
|
traag, langzaam
III-1-4
|
19363 |
trage vrouw |
slagbedrag:
sjlaag’bedraag (Q121a Chèvremont)
|
domme, luie vrouw
III-1-4
|
28367 |
transportband, bandtransporteur |
transportband:
transportband (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale])
|
Band zonder einde die tussen twee keerrollen en over een aantal draagrollen loopt. De band dient voor het transport van kolen of stenen en in sommige gevallen ook voor het vervoer van personen. Het woordtype "meco" van de respondenten uit L 417 en Q 3 duidt op de naam van de firma die de banden fabriceert (Defoin pag. 92). [N 95, 635; Vwo 89; Vwo 661; Vwo 788]
II-5
|
28232 |
transporteren |
vorderen:
vø̜rdǝrǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
)
|
In het algemeen personen, materiaal, kolen en stenen vervoeren. [N 95, 610; N 95, 611; monogr.]
II-5
|
28384 |
transporteurmotor |
transporteurmotor:
transpǫrtø̄rmōtǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De motor van een kettingtransporteur. De opgaven "gustomotor" en "beienmotor" uit Q 21 duiden de motor van de transporteurs van respektievelijk de fabrieken Gusto en Beien aan. [N 95, 605b]
II-5
|
19809 |
trapleuning |
trappen-gelènder:
trapəjəlɛndər (Q121a Chèvremont)
|
trapleuning
III-2-1
|
19755 |
traploper |
trappenloper:
trapəløくər (Q121a Chèvremont)
|
traploper
III-2-1
|
19808 |
trappenhuis |
trappengang:
trapəjaŋk (Q121a Chèvremont)
|
trappenhuis
III-2-1
|