19910 |
rooster |
rooster:
ryǝstǝr (Q032p Schinnen)
|
Het rooster van de stookplaats. Volgens de invuller uit L 379 was dit rooster gemaakt van dikke staven ijzer. [N 57, 8g]
II-2
|
20537 |
roosteren |
roosteren:
reustere (Q032p Schinnen),
roeùstere (Q032p Schinnen),
rèùstərə (Q032p Schinnen)
|
roosteren; Hoe noemt U: Op een rooster braden (roosteren, horsen, hersen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
30662 |
roostertje |
roostertje:
ryɛstǝrkǝ (Q032p Schinnen)
|
Afdruiproostertje op het verfbakje dat wordt gebruikt om de verf regelmatig over de verfrol te verdelen. [N 67, 46c]
II-9
|
20955 |
rot |
rot:
rot (Q032p Schinnen),
eigen spellingsysteem
rot (Q032p Schinnen),
WLD
rot (Q032p Schinnen)
|
Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33534 |
rot, van fruit |
rot:
rot (Q032p Schinnen),
eigen spellingsysteem
rot (Q032p Schinnen),
WLD
rot (Q032p Schinnen)
|
Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)]
I-7
|
20896 |
rotten |
rimpelen:
WLD
römpele (Q032p Schinnen),
rotten:
rottə (Q032p Schinnen),
eigen spellingsysteem
rotte (Q032p Schinnen)
|
Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33583 |
rotten, van fruit |
rotten:
rottə (Q032p Schinnen),
eigen spellingsysteem
rotte (Q032p Schinnen),
rumpelen:
WLD
römpele (Q032p Schinnen)
|
Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)]
I-7
|
24066 |
rouw dragen |
in de rouw zijn:
in de rouw zinne (Q032p Schinnen),
rouw dragen:
rouw draage (Q032p Schinnen),
rouw drage (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen)
|
Rouw dragen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20421 |
rouwbrief |
dodenbrief:
doadebreef (Q032p Schinnen),
doodsbrief:
doadsbreef (Q032p Schinnen),
doeadsbreef (Q032p Schinnen)
|
De rouwbrief. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24065 |
rouwkrans |
dodenkrans:
doadekrans (Q032p Schinnen),
krans:
krans (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen)
|
De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|